zoodanige vereeniging wenschelijk en mogelijk wordt geacht en of zij daartoe verlangen mede te werken. Luiden de antwoorden gunstig, de zaak kan dan geacht worden gewonnen te zijn. Onze vereeniging zal dan overgaan tot het opmaken van een programma van beginselen en zulke reglementen als noodig zijn om het algemeene raderwerk zamen te stellen. Die stukken zullen aan de personen in de provinciën met wie men onderhandeld heeft, worden toegezonden met verzoek om die stukken aan hunne vrienden mede te deelen. Eene uitnoodiging behoort dan te geschieden om zich te 's Gravenhage tot een congres te vereenigen, waarop men mag rekenen dat velen zullen verschijnen, te meer omdat op allen, die de mogelijkheid van de daarstelling hebben beweerd, de zedelijke verpligting zal rusten om te waken, dat door gebrek aan deelneming het plan niet mislukke. Op dat congres zullen de voorloopig opgemaakte stukken een onderwerp van beraadslaging uitmaken en zal daarop een besluit worden genomen, evenals omtrent andere aangelegen heden alsdan te berde te brengen, en ieder zal naar zijne woonplaats weder- keeren met den last om alsdan aan de vereeniging meerdere uitbreiding te geven en te streven om daaraan de bestaande kiezersvereenigingen te verbinden of der gelijke vereenigingen in het leven te roepen. Te spreken over hetgeen verder zal moeten worden gedaan, behoort thans tot onze roeping niet: dit zij overgelaten aan latere zorg. Alleen wensch ik erbij te voegen, dat naar mijn inzien die congressen van tijd tot tijd zich zullen be- hooren te herhalen, en, zoo men al geene elkander spoedig opvolgende congres sen in het leven kan roepen ter zake van het tijdverlies en de kosten, zal het toch wenschelijk zijn, dat zoodanige congressen plaats hebben telkens twee jaren vóór de verkiezing van de helft der Tweede Kamer, om daarover, alsmede over de andere belangen der vereeniging en de te maken veranderingen in de reglementen te beraadslagen, zooals dergelijke tweejaarlijksche vereenigingen van de afdeelin- gen der kiezersvereenigingen in ieder kiesdistrict ook daar om dezelfde redenen bijzonder nuttig kunnen worden geacht. Ziedaar, Mijne Heeren! de ontwikkeling mijner denkbeelden. Mogten die het geluk hebben uwe goedkeuring te erlangen, en mogt onze constitutionele vereeni ging zich daarmede kunnen vereenigen, wij zouden een werk hebben verrigt, dat van een zich ver uitstrekkend gevolg zou kunnen zijn voor de ontwikkeling en bestendiging van de constitutionele denkbeelden in Nederland. 5s Gravenhage, 27 Januarij 1858 D. van Eek 141

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1975 | | pagina 139