Willem I (1772-1843) Koning der Nederlanden, 1814-40, en groothertog v.
Luxemburg; IV, IV41, 84, 87, 8 773.
Willem II (1792-1849) Koning der Nederlanden en groothertog v. Luxembg.,
1840-49; 75, 76.
Willem III (1817-90) Koning der Nederlanden en groothertog v. Luxembg.,
1849-90; I, I3, I8, III, 18-20, 45-7, 47107, 50-2, 54, 57, 59, 60, 64-70, 106.
Willem N.A.F.C.H. (1840-79) Prins der Nederlanden; droeg als kroonprins,
1849-79, de titel Prins van Oranje; 5, 47, 47107, 70, 71.
Winkel Jr., W. ter; sinds 1819 heelmeester te 's Hage; I, I10.
Wintgens, mr. W. (1818-95) Kons.-lib. 2e Kamerlid Delft, 1849-68; minist. v.
Justitie, jan.-juni 1868, in kons. kabin. Van Zuylen-Heemskerk, 1866-68; kons.
2e Kamerlid 's Hage, 1871-85; 6101, 2847, 48111, 94; Thorbecke stootte hem af,
88; bijl. F.
Wintgens, nir. W.K.B. (1788-1861) Raadsh. prov. gerechtsh. Zd.-Holland in
1843 en Lid Hoge Raad in 1844; 78.
Wybenga, mr. S. (1804-1886) Van kons.-lib. naar lib. evoluerend 2e Kamerlid
Sneek, 1855-86; Van Eek rekent hem in 1870 tot de lib., 10.
IJsselstein, mr. G. van; raadsh. Hoge Raad, 1851-66; I.
Zinnicq Bergmann, mr. F.J.E. (1807-79) r.-k. 2e Kamerlid Den Bosch, 1866-79;
raadsh. prov. gerechtsh. Den Bosch, 1838-75; 87, 127.
Zondagsblad, het, 120.
Zuylen van Nijevelt, mr. J.P.J.A. graaf van (1819-94) Beroepsdiplomaat, 1841-
60; minist. v. Buitenl. Zaken, mrt. 1860-jari. 1861, in kons.-lib. kabin. Van Hall-II,
feb. 1860-mrt. 1861; a.r. 2e Kamerlid Zwolle, 1861-62. Gezant Berlijn, 1862-65;
a.r. 2e Kamerlid Arnhem, 1865-66; minist. v. Buitenl. Zaken in kons. kabin. Van
Zuylen-Heemskerk, 1866-68; gezant St. Petersburg, 1869-71; kons. 2e Kamerlid
Arnhem, 1871-75; gezant Wenen, 1875-83; lid Raad v. State, 1883-94; 120,
bijl. F.
Zuylen van Nijevelt, mr. J.P.P. baron van (1816-90) Lib. 2e Kamerlid Ruurlo,
1849-50, en Zutphen, 1850-52; minist. v. Buitenl. Zaken, 1852-53, in lib. kabin.
Thorbecke-I, 1849-53; 2e Kamerlid Zwolle, 1854-61; minist. v. Buitenl. Zaken,
mrt.-nov. 1861 in kons.-lib. kabin. Van Zuylën-Loudon, 1861-62; kons. 2e
Kamerlid 's Hage, 1864-67; Nederl. gezant Parijs in 1867; I, 5, 122; door
Thorbecke afgestoten, 88.
Zylker, J.F. (1805-68) Lib. 2e Kamerlid Winschoten, 1849-50, en Appingedam,
1850-68; InL, bijl. D.
163
