VERANTWOORDING
Nadat ik in een vorig artikel over het onderwijs in Zeeland volgens
de rapporten van de hoofdinspecteur voor het Lager, Middelbaar
en Latijns onderwijs, H. Wijnbeek (Reinsma, 1964) twee rappor
ten, t.w. uit 1838 en 1849, had aangehaald over de Latijnse scholen
in deze provincie, is er dank zij een intensieve en tijdrovende speur
tocht van hulpvaardige ambtenaren van het Algemeen Rijksarchief te
's-Gravenhage een nieuwe bron van informatie te voorschijn gekomen,
n.l. de tot dusver ongepubliceerde rapporten uit 1818, 1821, 1825 en
1831.
Ook deze rapporten werden samengesteld door de enige inspecteur
der Latijnse scholen, die Nederland vóór 1876 heeft gehad, Mr. H.
Wijnbeek. Deze zond tijdens zijn 35-jarig inspecteurschap 26 rappor
ten in bij zijn chefs (tot april 1818 een Commissaris-Generaal, daarna
een Minister).
Over de persoon van Wijnbeek is een uitvoerig Levensbericht ver
schenen (Ekker, 1867). Een korte schets van deze eminente onderwijs
man is te vinden in mijn reeds aangehaalde publicatie (Reinsma, 1964).
Wijnbeek bezocht de provincie Zeeland zes maal. Vrijwel altijd com
bineerde hij de inspectie met die van enkele andere provincies. De
rapporten over Zeeland zijn dus telkens een onderdeel van een groter
verslag en zijn er door mij uitgelicht.
Bij elk rapport voegde hij zijn opdracht tot inspectie. Daar hieruit
blijkt met welke provincies hij de inspectie combineerde, is deze op
dracht telkens opgenomen.
Vaak gaf Wijnbeek, soms aan het begin, soms aan het einde van zijn
rapport, een algemene beschouwing of conclusie. Deze is door mij
telkens in een Algemeen gedeelte ondergebracht.
De publicatie van de tot dusver onuitgegeven rapporten bood mij de
gelegenheid de achtergronden van het onderwijsbestel te belichten,
iets wat voor het juiste begrip der verslagen noodzakelijk is. Hoe stond
het bijv. met de toelating der leerlingen, de verplichte leervakken, de
omvang dezer vakken, de lesbevoegdheid der docenten en de toelating
tot de universiteit? In de Inleiding worden deze aspecten aan de orde
gesteld.
Zie voor aanvullende gegevens blz. 37.
INLEIDING
Voor het eerst in de geschiedenis der Latijnse scholen werden van
1815 af regelingen getroffen op nationaal niveau. Het was een der
hoofdtaken van Wijnbeek te controleren of curatoren en leraren de
van hogerhand gegeven verordeningen naleefden, en, zo nodig, de na-
latigen op hun plicht te wijzen. Hij heeft hieraan zijn handen vol gehad.
21