BIJZONDER GEDEELTE
MIDDELBURG
Op de Middelburgsche school is het onderwijs der wiskunde en wis
kundige aardrijkskunde nog niet ingevoerd. De president-burgemeester
heeft mij echter de stelligste verzekering gegeven, dat met den aan
vang van den nieuwen schoolcursus daarin behoorlijk voorzien zal
zijn. Deze school heeft, gelijk vele andere, het ongeluk van eenen
conrector 4 te hebben, die uithoofde zijner jaren weinig geschikt is
om den leerlust der jeugd te ontvonken. Vanwege zijn smakeloos on
derwijs worden de leerlingen, hoe zeer door den preceptor Van Dein-
se 5 zeer goed opgeleid, op zijne school gebrekkig toebereid voor de
rectorsschool; vandaar bij den rector 6 een zeer merkbare graad van
ontmoediging. Echter draagt zijn onderwijs blijken van zijne bekwaam
heid. Waar hij dichterlijken aanleg bespeurt, verzuimt hij niet deszelfs
ontwikkeling bevorderlijk te zijn. De rector, belast met de geschiede
nis en oude aardrijkskunde, onderwijst de eerste vrij goed. Door den
conrector wordt de fabelkunde nogal dragelijk, maar de nieuwe aard
rijkskunde zeer slecht onderwezen.
De geleerde Lambrechtsen7 heeft, benevens de heer Moens, zijn
ontslag genomen als curator. Dit is een groot verlies voor de school.
ZIERIKZEE
Met het Grieksch wordt te laat een begin gemaakt en zijn er weinig
vorderingen. Den vorigen rector Mahne 8 is zulks te wijten. Zijn op
volger, de jeugdige doch veelbelovende rector Van der Palm 9 heeft
dit gebrek reeds aanvankelijk verbeterd. De overige deelen van het
Latijnsche schoolonderwijs, uitgenomen de wiskunde, worden door
hem op eene zeer lofwaardige wijze behandeld, terwijl de wiskunde
met den besten uitslag aan eenen schoolmeester is opgedragen.
In den jare 1816 is door de regering van Zierikzee op het stedelijk
budget gebragt eene toelage van 200,- 's jaars voor het vermeerderd
onderwijs op de Latijnsche school. Deze som is door de Gedeputeerde
Staten tot op de helft verminderd; hetzelve is te gering om, behalve
den rector, den onderwijzer in de wiskunde te bezoldigen. De Gouver
neur van Zeeland, wien ik uit naam van Uwe Excellentie deze zaak
onder de aandacht heb gebragt, zal het daarheen trachten te wenden,
dat de geheele voorgestelde toelage worde verleend, waartoe hij slechts
eenen wenk van Uwe Excellentie verlangde. Tot dat einde heb ik een
missive geconcipieerd, welke ik de vrijheid neem Uwe Excellentie aan
te bieden.
Dusdanig is de staat der laatstelijk geïnspecteerde Latijnsche scholen.
De overige, in het verleden jaar bezocht, kunnen mede tot de twee op
gegeven hoofdsoorten gebragt worden 10.
26