DE ALGEMEENE TABELLARISCHE INGERIGTE STAAT DER LATIJNSCHE SCHOLEN Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Brabant Eerste Hoofdsoort 1, te weten Groningen 4, te weten Bolsward, Dokkum, Franeker, Leeuwarden 1, te weten Meppel 3, te weten Almelo, En schedé, Kampen 8, te weten Arnhem, Zaltbommel, Culem- borg, Doetinchem, Groenlo, Lochem, Zevenaar, Zutphen 1, te weten Den Bosch Voor 1818 vermeldde Wijnbeek: 1, te weten Utrecht 4, te weten Amsterdam, Enkhuizen, Haar lem, Hoorn 6, te weten Brielle, Delft, Dordrecht, Den Haag, Leiden, Schiedam Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland 1, te weten Zierikzee Tweede Hoofdsoort 1, te weten Appingadam 4, te weten Harlingen, Hindelopen, Kollum, Sneek. In Joure en Workum zijn in 1818 de scho len weer gestart 4, te weten Deventer, Ol- denzaal, Ootmarsum, Zwolle 5, te weten Doesburg, Harderwijk, Nijmegen, Tiel, Wageningen 1, te weten Amersfoort 11, te weten Bergen op Zoom, Breda, Boxmeer, Eindhoven, Gemert, Grave, Helmond, Me- gen, Oosterhout, Ra- vestein, Uden 1, te weten Alkmaar 3, te weten Gouda, Gorin- chem, Rotterdam 1, te weten Middelburg Uit deze opgave blijkt dat het getal der scholen waar de nieuwe ver ordeningen nog niet geheel of gedeeltelijk tot stand zijn gebragt, niet zeer groot is. Het is echter niet alleen dit klein getal, hetwelk dus voor verbetering vatbaar is; ook de overigen moeten, meest allen, de een meer, de ander minder, in trapsgewijze verbetering toenemen, zooals het gedane verslag genoegzaam aangeduid heeft. Worden zij niet met een naauwlettend oog gadegeslagen, bij iedere afwijking van den reg- ten weg naar denzelven teruggebragt, dan loopen zij gevaar om van lieverlede tot haren vorigen staat terug te keren. Dit gevaar is niet 27

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1975 | | pagina 25