ZIERIKZEE
De rector Van der Palm, een jong mensch, niet ongeschikt, is alleen
met alle de vakken van onderwijs belast, uitgenomen de wiskunde. Dat
der Grieksche taal was door zijnen voorganger Mahne veronachtzaamd
en is daardoor ook nu nog ten achteren. Verder kwijt hij zich zeer
goed van zijne taak. De wiskunde wordt door den stadsschoolmeester
Roest zoo goed als op eenige andere Latijnsche school onderwezen.
Voor hen die hoogere wiskunde verlangen te beoefenen is er thans
gelegenheid bij den predikant Dompeling i2, welke onlangs als lector
in de wiskunde van stadswege is aangesteld, een post, weleer door den
tegenwoordigen Leydschen hoogleeraar Ekama 13 bekleed.
HET VERSLAG OVER 1825 14
Verslag van den Inspecteur der Latijnsche scholen nopens den staat
der Latijnsche scholen in de provinciën Noord- en Zuid-Holland, Zee
land en Utrecht, benevens die te 's Bosch, Heusden, Breda en Kuilen
burg, welke door hem zijn bezocht in de maanden Mei en Juny 1825,
aangeboden aan Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche
Zaken.
ALGEMEEN GEDEELTE
Tot aan den Jare 1816 waren de Latijnsche scholen der Noordelijke
provinciën over het algemeen op den ouden voet gebleven. Het Latijn
werd er grondig, het Grieksch veelal gebrekkig onderwezen. De ge
schiedenis en fabelkunde werden er slechts terloops behandeld. De
oude en nieuwe aardrijkskunde, vooral de wiskunde, waren er geheel
vreemd. Sedert dien tijd is in die inrigtingen van lieverlede verandering
ten beste gekomen. En zulks voornamelijk door de invoering van be
tere leer- en leesboeken, door het begeven der opengevallen leerstoe
len aan geene dan gegradueerden in de letteren; door schriftelijke en
mondelinge raadgevingen en teregtwijzigingen. Het Latijn wordt er
thans niet minder grondig dan tevoren geleerd. Daarenboven worden
er de geschied-, oudheid-, aardrijks- en fabelkunde als hulpmiddelen
gebruikt om de Latijnsche schrijvers regt te doen verstaan. Men tracht
den leerlingen eenen echt klassieken smaak te geven en oefent hen in
den geest en stijl der ouden zuiver Latijn te schrijven.
Het onderwijs heeft er, bijzonder het Grieksch, groote verbetering
ondergaan. Het wordt op dezelfde wijze behandeld als het Latijn.
Men begint er vroeg mede, zoodat hetzelve met het Latijnsche onder
wijs nagenoeg gelijken tred houdt.
De oude aardrijkskunde, vergeleken met de nieuwe, wordt met behulp
van landkaarten, die door de leerlingen meestal zeiven vervaardigd
31