De passages die destijds voor in de politiek belangstellende lezers met een duidelijk zouden zijn maar nu toelichting vragen worden in deze uitgave verduidelijkt door noten. Met behulp van het register kan een lezer nadere informatie over personen en onderwerpen vinden. Ook in dit opzicht werd de editie van het manuskript verzorgd volgens de regels van het Nederlands Historisch Genootschap. De auteur hul digde eigen opvattingen omtrent spelling, had een afkeer van moderni sering van een hem vertrouwde schrijfwijze en weigerde zodoende in de jaren 1880 de g in b.v. 'regt' plaats te laten maken voor ch. Zeeuws- Vlaanderen en Terneuzen dienden in zijn ogen Staats-Vlaanderen en Neuzen te blijven heten, wat in deze uitgave dan ook is aangehouden. De spelling van de auteur werd gerespekteerd, ook daar waar hij in tegenstelling tot zijn tijdgenoten wat minder kwistig was met dubbele a's, e's en o's. Van Eek zwijgt in zijn memoires vrijwel geheel over zijn privé-leven. Het was waarschijnlijk zijn bedoeling om in zijn notitieboekje de voor zijn verwanten minder bekende episodes uit zijn openbare leven vast te leggen. In zijn tijd schreven trouwens verschillende staatslieden autobiografische notities voor familiegebruik. Onder anderen P.J. Elout van Soeterwoude, I. Heemskerk Azn., J. Loudon, J.I. Rochussen en J.PJ.A. graaf van Zuylen van Nijevelt4 lieten dergelijke aanteke ningen na. Omdat hun herinneringen interessante informatie over vroe gere gezagsdragers en politieke kwesties bevatten zijn zij nu niet meer alleen van waarde voor verwanten. Ook Van Eck's memoires verschaffen op hun wijze inzicht in het par lementaire en politieke leven uit de tweede helft van de vorige eeuw. De liberale afgevaardigde voor Sluis (1849-50) en Middelburg (1850- 84) verschijnt er als een strijdbaar Kamerlid, een der 'steunpilaren van de constitutioneele partij'5 en als toegewijd behartiger van de Zeeuwse belangen. Verder treedt hij in zijn herinneringen op als suksesvol ad- vokaat en pleiter bij de Hoge Raad en de Raad van State; tenslotte ook nog als (bestuurs)lid van verenigingen 6 die buiten het parlement datgene propageerden waarvoor Van Eek zelf in de Tweede Kamer opkwam, namelijk de bevordering van volledige persvrijheid door af schaffing van het dagbladzegel, de radikale verbetering en uitbreiding van het openbaar lager onderwijs en de pacifikatie van de vaak zo gewelddadige internationale betrekkingen. In 1860 waren volgens een scherpzinnig waarnemer, de Britse gezant Napier, Tweede Kamerleden waardige mannen van behoorlijk intel- 39

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1975 | | pagina 37