VERSLAG OVER DE TOESTAND EN DE WERKZAAMHEDEN VAN HET GENOOT SCHAP GEDURENDE HET JAAR 1974 UITGEBRACHT DOOR DE SECRETARIS IN DE ALGEMENE VERGADERING VAN 15 MEI 1975 Het jaar 1974 was voor het Genootschap een jaar van bevredigende activiteit. De in 1973 genomen beslissingen ten aanzien van de bezit tingen konden grotendeels worden uitgevoerd, lezingen en excursie werden door een stijgend aantal leden bezocht, het ledental nam toe tot 1028 per 31 december 1974 en ondanks de steeds stijgende kosten kon het jaar met een klein batig saldo worden afgesloten. Niettemin moest het besluit worden genomen de contributie voor het jaar 1975 te verhogen tot 40,-. Voor het eerst sedert vele jaren werd een excursie gehouden, die 79 leden naar West Zeeuwsch Vlaanderen voerde. Des ochtends werden in Aardenburg de Sint Baafskerk, het museum en een archeologische opgraving bezocht; na een broodmaaltijd in de Schaapskooi en een bezichtiging van het Streeklandbouwmuseum te Heille, reed het ge zelschap naar Sluis, waar het door het gemeentebestuur in het Stadhuis werd ontvangen. Door de algemene vergadering werd op voorstel van het bestuur be sloten een gereduceerde contributie te vragen van huisgenoot-leden. Voor 1975 werd deze contributie bepaald op 10,-. Namens het Genootschap werd de adjunct-secretaris benoemd in een commissie, die de oprichting van een centrum voor de beoefening van biologie en geologie beoogt en werd de secretaris afgevaardigd in het provinciaal comité Monumentenjaar 1975. Het Genootschap is eigenaar van vier vliedbergen en enige daarbij behorende grond. Deze liggen in de zogenaamde Bergwei bij Borssele, nabij Boudewijnskerke, aan de Snouck Hurgronjeweg bij Gapinge en aan de Meinersweg tussen Hoogelande en Koudekerke. Teneinde een passend beheer te verzekeren werden deze vliedbergen voor twaalf jaar in erfpacht gegeven aan de Stichting Het Zeeuwse Landschap onder de conditie dat het beheer zal worden gericht op het behoud en zonodig herstel van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden van de vliedbergen en bijhorende gronden. Het herbarium, dat in bruikleen was gegeven aan het Zeeuws Museum, werd geschonken aan het Rijksherbarium te Leiden. Deze instelling beschikt over alle deskundigheid om deze waardevolle verzameling te beheren en voor wetenschapsbeoefening toegankelijk te maken. Boven- 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1975 | | pagina 5