worden ik eene stemming der Kamer daarover zou uitlokken. Ten
gevolge van het besluit van de Commissie kwam het nazien van de
stenographische aanteekeningen in de vergadering der Commissie niet
te pas. Nierstrasz had ook aan den Heer Jonckbloet gezegd dat hij
zijne interpellatie alleen tot Van de Putte zou rigten, hetgeen ook in
den loop van dien dag in de vergadering der 2e Kamer geschiedde 144.
Ik had dus niets te verrigten, maar wensch zoodra dit pas geeft mijne
meening te doen zegevieren, omdat anders moet aangenomen worden
18. dat ieder lid in het Bijblad kan doen drukken wat hij wil, zoodat het
dan waar zoude worden wat sommigen ten onregte willen beweren dat
het Bijblad geene waarheid is. Mijne bewering is dat ieder fouten van
stijl mag veranderen of hier of daar zijne meening met een paar
woorden mag veranderen, maar dat geene verandering van eenig ge-
wigt mag worden aangebragt en dat, beklaagt een ander zich daarover
teregt, dit moet hersteld worden145.
63