wegens de Nederlands-Belgische handelsrivaliteit België pas dan via Nederlands gebied een nieuwe spoorverbinding met de zee geven, wanneer de (door Van Eek ook vurig bepleite) Vlissingse spoorverbinding met Duitsland niet meer gehin derd werd door Belgisch verzet tegen de daarvoor benodigde afdamming van Kreekrak en Sloe. Toén Thorbecke ten onrechte ervan overtuigd was dat België zich niet meer verzette tegen de dammen, verleende hij niet alleen de kon cessie aan Lancelot, maar in 1864 ook aan J. Deschamps voor de lijn Terneuzen- Gent. Jonckers Nieboer, Spoorwegen, 173 vlg.; brief van Thorbecke aan Van der Maesen de Sombreff, 18 oktober 1863, A.R.A., arch. Buitenl. Zaken, 3219. 57. Ir. L.J.A. van der Kun. 58. Ds. G.D. Kruijf. 59. Gelegen in Zeeuws-Vlaanderen. 60. Dr. J. Bosscha. 61. H.A. Verniers van der Loeff. 62. Moerbeke is gelegen in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. Sinds 1853 spanden besturen van provincie, gemeenten en waterschappen in Zeeland zich bizonder in om het wegennet te verbeteren. De verharding van wegen met grind was daarbij een populaire, want goedkope methode. Fokker, 'Kunstwegen in Zee land'. 63. Voor de aanleg van de Zeeuwse spoor moesten Oosterschelde (Kreekrak) en Sloe worden afgedamd en vervangende scheepvaartwegen worden gegraven: de kanalen door Zuid-Beveland en Walcheren. Met oog op Belgische protesten wilde Den Haag beide dammen niet tegelijkertijd laten aanleggen. Tamse, Nederland en België240 vlg. 64. In 1847, 1849 en 1855 kregen partikuliere ondernemers koncessie voor bouw en eksploitatie van de Zeeuwse spoor en de aanleg van Kreekrakdam en kanaal door Zuid-Beveland. Het daarbij toegestane indijken (en gebruik voor 99 jaar) van een deel van het Verdronken land van Zuid-Beveland diende om de trans- aktie aantrekkelijk te maken. Van spooraanleg door partikulieren kwam echter niets. Daarom besloot de regering tot staatsaanleg. Daar de koncessie van de Nederlandsche Maatschappij tot Indijking der op- en aanwassen in de Ooster schelde ging verlopen terwijl alleen door haar ingepolderd was, wilde de regering al in 1858 van de Mij. af met een dading (kompromis). Dat lukte tenslotte in 1861. Gerretson, Tusschenwateren, 38 vlg., 101 vlg.; Handelingen, 1858-59, 2e Kamer, 1181 vlg., B. 857 vlg. Ibidem, 1860-61, 2e Kamer, 1031, B. 861 vlg.; Ie Kamer, 276. 65. Het Sluisch Weekblad was bij zijn oprichting in 1860 konservatief, maar koos in 1863 voor het liberalisme. Abrahams, Pers in Zeeland, 298 vlg. 66. Gelegen in Zeeuws-Vlaanderen. 67. A.J. Onghena. 68. J.B. van de Vijver. 69. Na Van Heemstra kwam Thorbecke in 1862 op Binnenlandse Zaken. 70. J.F. Boogaard. 67

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1975 | | pagina 65