[HOOFDSTUK II]
[Notities uit de tijd van de liberale verdeeldheid
1872-1892
18. 1 Julij 1872. Heden ging ik den Minister van Oorlog Delprat k spre
ken die mij verzocht had door schrijven aan Kapitein Jansen 2 diens
zaak bevorderlijk te zijn. De Minister had hem voor eene burgerlijke
betrekking voorgedragen (magazijnmeester of iets dergelijks); de Ko
ning had geweigerd de voordragt goed te keuren en nu wenschte de
Minister dat Jansen zich nog eens tot den Koning zou wenden. Daar
over en over de ministeriële crisis sprekende, zeide de Minister mij dat
de Kamer het hem dikwijls moeijelijk maakte op punten waar hij
buitendien zoo veel moeijelijkheden ontmoette. De luimen van den
19. Koning maakten het hem en de andere Ministers dikwijls ondragelijk.
Ging Delprat naar den Koning dan had hij op een boekje alles aange-
teekend waarover hij te spreken had. Was er iets dat den Koning niet
beviel dan riep hij onder eene menigte vloeken: 'Ik zal je laten fusil
leren, daar kun je staat op maken. Ik zal je arrest forcé geven met
eenen schildwacht met scherp voor je deur en met commando om als
je je deur durft verlaten je neer te schieten'! Delprat boog dan even
ten teeken dat hij begreep dat die zaak afgedaan was en vervolgde
zijn lijstje. Dikwijls scheidde de Koning na vele van die woeste buijen
zeer hartelijk van hem en schudde hem de hand.
Delprat zeide mij daar alles over heen te willen stappen, maar nooit
te zullen dulden dat men eenige feitelijkheden tegen hem pleegde.
Thorbecke, zeide hij, was gewoon bij zulke aanvallen te zeggen: 'Uwe
20. Majesteit vergete niet dat als ik bij U.M. kom ik mijn verzoek tot ont
slag steeds in de linkerhand heb'. De Koning deed o.a. eens het voor
stel om eenige ambtenaren van den Waterstaat te laten arresteren. Vol
gens Minister Delprat zeide hij aan eenen anderen Minister: 'Nu weet
ik waarvan al die bewegingen van April3 (1872, 300-jarig feest van
de onafhankelijkheidsstrijd) vandaan komen. Dat is het werk van Van
Bosse, want die is een verrader. Het komt van zijne afschaffing van
het zegelregt op de couranten 4, maar ik zal dien verrader doen fusil
leren'.
12 Julij [1872] 's avonds bij de muziekuitvoering in de societeitstent 5
sprak ik met Minister van Marine Brocx 6. Hij beweerde dat Thorbecke
dikwijls door de liberalen zeer was tegengewerkt. Ik ontkende dit en
zeide dat niettegenstaande velen bij het optreden van dat Ministerie in
1871 krachtig hadden te kennen gegeven, ook bij de daarna ingediende
staatsbegrooting, dat zij het zeer betreurden dat uit alles bleek dat
72