Woensdag 26 September 1877. Ik zeide tegen Kappeyne: 'Ik onder stel dat gij nu na de stemming van gisteren de teugels in handen zult krijgen91Ik wensch alleen u in overweging te geven dan te zorgen dat het Ministerie van Binnenlandsche Zaken gesplitst worde en er een Ministerie van Waterstaat kome. Reeds te lang heeft men tot groot nadeel voor het algemeen belang dat Ministerie met zoovele uiteen- loopende en technische werkzaamheden belast. Eén man kan dat alles niet beoordelen en moet dus wel aan den leiband van enkelen loopen'. Hij antwoordde: 'Gij behoeft mij daar niets van te zeggen. Vous prêchez a un converti' 92. 43. In het voorjaar van 1878 kreeg ik bij eene stemming over leden van het Bestuur voor Volksondenvijs de meeste stemmen. Ik gaf te kennen dat tot mijn leedwezen mij de tijd ontbrak en ik onmogelijk de betrek king zou kunnen aannemen. Toen zag men er van af. In November 1868 zeide mij Prof. Evers93 dat hij in 1848 bij den Advocaat Blussé 94 was. Deze zeide hem dat er eene vergadering werd belegd bij Dirk Donker Curtius en noodigde hem daartoe uit. Evers kwam. Op die vergadering waarbij ook Kneppelhout95 uit Leiden was, de vergadering was niet groot, werd de volksdemonstratie bepaald en geregeld waarvan Van Bevervoorde 96 de leider zou zijn en die ook plaats heeft gehad97Evers herinnerde zich duidelijk dat Dirk Donker bij die gelegenheid zeide dat het niet kwaad zou zijn als hier en daar eens bij eenen Minister de glazen werden ingeworpen 98. De vader van Evers was een zeer gefortuneerd koekebakker. Hij was in vele zaken betrokken en moest dikwijls Dirk Donker als advocaat raadplegen. Donker Curtius achtte dien Heer Evers echter te min om hem Mijnheer te noemen. Nooit deed hij dit tegenover hem en als hij hem aansprak of groette brabbelde hij zoowat omdat hij er toch niet voor uit durfde komen dat hij te trotsch was om geen Mijnheer te zeggen. Evers was altijd liberaal. Reeds toen ik op studie was en de groote strijd over het afschaffen van het groenwezen 99 ving aan waarbij nog- 44. al bloed werd gestort, zag ik Evers wakker voor de afschaffing vech ten, totdat hij van eenen Hagenaar een stomp in de maag kreeg, zoodat hij geenen tegenstand meer kon bieden. (Nederlanders kunnen niet boxen en vechten even als de meikevers doen als ze met hunne pooten vechten, wat bij kleine ruziën heel gelukkig is, maar waardoor zij als het er op aankomt een Engelschman nooit kunnen slaan). Evers had daarom nog den moed niet verloren maar grijnsde zijnen tegenstander als een sater aan. Evers heeft altoos een rol gespeeld tot bevordering der liberale rigting, in het oprigten van liberale Kiezersvereenigingen enz. Toch had hij eenen tegenzin tegen vele liberalen omdat het hem hinderde dat velen meer met persoonen en clubgeest ophadden dan met beginselen en er dikwijls met veel gloed over beginselen werd ge- 82

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1975 | | pagina 80