wegens de val van het 3e kabinet Thorbecke. Handelingen, 1871-72, 2e Kamer, B. 1083 vlg., 2137 vlg. 38. Vgl. 2222. 39. '...eene qualificatie, die ik niet accepteer', protesteerde Van Houten in zijn bekende rede vol kritiek op Thorbecke van april 1871. Hijzelf hield de echte liberale idealen hoog, de anderen waren 'tevreden liberalen'. Van Houten, 25 jaar, I, 160, 161. 40. Als voorzitter van het Vredebond stemde Van Eek in met de mening van een Bondskommissie die pleitte voor een grondwetswijziging die het recht om oorlog te verklaren aan het parlement zou geven; 'Praeadvies', 75 vlg. Als Ka merlid pleitte hij er al in 1871 voor: Thorbecke, Onuitgegeven Redevoeringen, VI, 260. 41. Herziening van het Algemeen Reglement van de Hervormde Kerk (1852) resulteerde in 1867 in een Reglement van benoeming en beroeping dat alle niet-bedeelde lidmaten stemrecht gaf voor verkiezing van kerkeraden en kies- kolleges. Minder ontwikkelde, rechtzinnige kerkleden konden toen modernistische predikanten weren wat Van Eek betreurde. Rasker, Hervormde Kerk, 156 vlg.; De Beaufort, Nieuwe Geschiedkundige Opstellen, II, 53. 42. Vgl. 2433. 43. De Arnhemsche Courant bezat als spreekbuis van Thorbecke's medestan ders lezers en gezag in heel Nederland. 44. Van Bosse was evenwel minister van Financiën in het Kabinet Van Bosse- Rochussen, 1858-60; en niet in Van Hall's tweede regering, het kabinet Van Hall-Heemstra 1860-61. De Arnh. Courant was bij 't optreden van eerstgenoemd ministerie echter zeer positief erover. 45. Mr. J.L.H.A. baron Gericke van Herwijnen. 46. In juli en september 1870 diende Van Bosse daartoe strekkende wetsvoor stellen in die niet volledig door de Kamer werden behandeld. De Vrankrijker, Belastingen, 93 vlg., 106 vlg. 4/. Volgens Wintgens sprak hij van 'de hatelijkste van alle belastingen', gecit. Van Houten, 25 jaar, I, 251; voorts: Verkade, Denkbeelden, 265 vlg. 48. Vgl. 21T. 49. C.C.P. Pierssens. 50. Gebouwenkompleks in het centrum van Middelburg. 51. B.C. Gau. 52. Een Middelburgs plein. 53. Mr. R.W. baron Van Lynden. 54. Vgl. 2536. 55. Jhr. J.W.M. Schorer. 56. C. van der Vliet. 57. 'Daantje': Kamerleden spraken van hem als 'Daan van Eek' wanneer hij vruchteloos bleef doorpleiten, overtuigd van zijn gelijk, voor een hopeloze zaak: Castor et Pollux, Portretten, 35. 'Leeuwtje': Vanwege zijn forse gestalte en volle baard werd Van Eek ook in de Kamer wel met de Zeeuwse leeuw vergeleken, blijkens bv. karikaturen in het A.R.A., Verz. Van Eek, map 6. Voorts: Sagittarius, Portretten, 27. Vgl. ook 77, 7737. 58. Mr. G.J. Pické. 59. Mr. N.J.G. Snouck Hurgronje. 94

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1975 | | pagina 92