zangerigheid en liefelijkheid dat in het werk van zijn leermeester An- tonie Albertus Hinsz te vinden is, heeft voortgezet. Het zal na de restauratie ongetwijfeld weer een instrument van zeer goede kwaliteit zijn. De dispositie, geheel origineel, is als volgt: 1. Prestant 8' 7. Quint 3' 2. Bourdon 8' 8. Cornet 4 st. 3. Octaaf 4' 9. Sesquialter 2 st. doorl. 4. Fluit d'amour 4' 10. Mixtuur 3-4 st. 5. Superoctaaf 2' 11. Trompet 8'bas/disc. 6. Woudfluit 2' Klavieromvang C-f'", aangehangen pedaal C-d'. Tremulant, afsluiting, ventiel. 3 originele spaanbalgen. NIEUWERKERK, GEREFORMEERDE GEMEENTE Het orgel in de kerk van de Gereformeerde Gemeente te Nieuwerkerk is een werk van H. Knipscheer uit 1837. De Gereformeerde Gemeente te Nieuwerkerk heeft het in 1967 aangekocht van de Gereformeerde Gemeente te 's-Gravenpolder, die het in de jaren twintig weer had betrokken van de Hervormde Gemeente te Sassenheim. Hermanus Knipscheer (1802-1874) was orgelmaker te Amsterdam. Hij bouwde overwegend kleine orgels: huisorgels en kleine kerkorgels. Zijn instrumenten zijn hierdoor van een fijne makelij. Te midden van de romantiek bleef hij meer de 18e-eeuwse bouwtrant trouw door vulstemmen niet te schuwen en weinig strijkers te disponeren. Het voor de Hervormde Kerk te Sassenheim gebouwde orgel had deze dispositie19: Hoofdwerk: 1. Bourdon 16' 2. Prestant 8' 3. Holpijp 8' 4. Octaaf 4' 5. Gedekte fluit 4' 6. Octaaf 2' 7. Quint 3' 8. Cornet 4 st. 9. Mixtuur 3-4 st. Klavieromvang C-f" Aangehangen pedaal. Dit was een soortgelijke dispositie als van de orgels die Knipscheer bouwde voor de Hervormde Kerk te Muiden (1835) en de Hervormde Kerk te Noordwijk-Binnen (1840) met dit opvallende verschil dat bij het orgel te Sassenheim tongwerken geheel ontbraken. Bovenwerk: 1Prestant 8' discant 2. Holpijp 8' 3. Viola di Gamba 8' 4. Prestant 4' 5. Fluit travers 4' 6. Octaaf 2' 7. Quint 3' Tremulant Afsluiting, ventiel. 102

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1976 | | pagina 100