Hoofdwerk:
1. Prestant 16'disc, dubbel
2. Bourdon 16'
3. Octaaf 8' disc, dubbel
4. Roerfluit 8'
5. Octaaf 4' disc, dubbel
6. Fluit 4'
7. Superoctaaf 2' disc, dubbel
8. Woudfluit 2'
9. Ouint 3'
10. Mixtuur 4-6-8-st.
11Scherp 3-4-6-st.
12. Trompet 16'
13. Trompet 8'
Afsluiting
Bovenwerk:
1Prestant 8'
2. Baarpijp 8'
3. Viola di Gamba 8'
4. Octaaf 4'
5. Speelfluit 4'
6. Gemshoorn 2'
7. Flageolet 1%'
8. Sesquialter bas 2 st. disc. 3 st.
9. Schalmei 8'
10. Vox humana 8'
Tremulant
Afsluiting
Rugwerk:
1. Quintadeen 16'
2. Prestant 8'
3. Holpijp 8'
4. Octaaf 4'
5. Roerfluit 4'
6. Superoctaaf 2'
7. Nasard 3'
8. Terts 1 3/5
9. Cornet 6 st. disc.
10. Mixtuur 2-4-6 st.
11. Trompet 8'
12. Hobo 8'
Tremulant
Afsluiting
Klavieromvang C-d'"
Pedaal C-d'
Negen blaasbalgen.
Lootens deelt mee dat het orgel zeven windladen had, twee voor
hoofdwerk bovenlade en pedaal, maar een ongedeelde lade voor het
rugpositief. In het hoofdwerk was een ruime sterngang van 1.26 m en
ook opzij en aan de voorzijde van de laden was zoveel ruimte dat
men alle plaatsen gemakkelijk kon bereiken. De windladen waren
van houten schroeven voorzien ter afstelling van de pijpstokken.
In de pedaalladen waren aparte windkassen aangebracht onder de
ventielen van de zeven grootste pijpen van de 16-voets stemmen om
het roven van wind door deze pijpen ten koste van het andere pijp
werk te voorkomen. De negen blaasbalgen leverden een winddruk
Pedaal:
1. Prestant 16'
2. Subbas 16'
3. Holfluit 8'
4. Octaaf 4'
5. Nachthoorn 2'
6. Roerquint 12'
7. Mixtuur 4 st.
8. Bazuin 16'
9. Trompet 8'
10. Trompet 4'
11. Zink 2'
Afsluiting
113