Hoofdwerk:
Bovenwerk:
Pedaal:
1. Prestant 16'
1.
Prestant 8'
1.
Prestant 16'
2. Bourdon 16'
2.
Holpijp 8'
2.
Subbas 16'
3. Prestant 8'
3.
Viola di Gamba 8
3.
Violon 16'
4. Roerfluit 8'
4.
Baarpijp 8'
4.
Octaaf 8'
5. Octaaf 4'
5.
Octaaf 4'
5.
Gedekt 8'
6. Roerfluit 4'
6.
Open fluit 4'
6.
Octaaf 4'
7. Octaaf 2'
7.
Zachtgedekt 4'
7.
Quint 6'
8. Quint 3'
8.
Woudfluit 2'
8.
Bazuin 16'
9. Cornet 4-5 st.
9.
Echotrompet 8'
9.
Trompet 8'
10. Mixtuur 4 st.
10.
Dulciaan 8'
10.
Trompet 4'
11. Basson 16'
11.
Zink 2'
12. Trompet 8'
Klavieromvang C-f'"
Pedaal C-d'.
Het lijkt me niet uitgesloten dat men eigenlijk een groter orgel had
willen bouwen, maar dat dit door gebrek aan middelen van de bouw
van een rugpositief moest achterwege blijven. Het ontwerp van orgel
kas en oxaal lijkt hier althans op te zijn afgestemd: een hoge onder
kast en een ruim oxaal die ruimschoots aan een rugpositief plaats
zouden hebben geboden. Het nieuwe orgel werd 5 november 1848 in
gebruik genomen nadat het bij de keuring door de organisten G.
Overman te Zierikzee en S. de Lange te Rotterdam "voortreffelijk"
was bevonden51.
Het instrument heeft in de loop van de tijd weinig veranderingen on
dergaan. In 1872 voerde de fa. Batz een reparatie uit, die bestond
in het schoonmaken van het orgel, wegnemen van de tertskoren uit
de mixtuur en aanbrengen van opslaande tongen in de tongwerken
van het bovenwerk. Volgens het bestek werd de intonatie verbeterd
door het versterken van de grondgeluiden. Bij een latere reparatie is
het bovenwerk van een zwelkast voorzien. In de laatste wereldoorlog
liep het orgel schade op door binnendringende granaatscherven,
waarbij 138 pijpen geheel werden vernield, 120 andere beschadigd.
Deze schade is in 1948 hersteld door de fa. De Koff, die toen tevens
enige veranderingen in de dispositie aanbracht. In plaats van de vio-
lon 16' van het pedaal kwam een ruispijp 4 sterk, de voix celeste (te
voren al in plaats van de zachtgedekt 4' van het bovenwerk gekomen)
maakte plaats voor een scherp 4 sterk en voor de aeoline 8' kwam
een sesquialter 2 sterk52.
Het orgel van Kam en Van der Meulen mag een uitstekend 19e-eeuws
instrument worden genoemd. Het is een typisch romantisch instru
ment, zoals in het bestek omschreven staat: krachtig zonder schreeu
wend te zijn en zonder domineren van de vulstemmen, geheel het
ideaal van de tijd53. In zijn technische uitvoering staat het op een zeer
118