en kerkornamenten dan orgelmaker. Zo leverde hij orgels in de
Rooms-Katholieke kerken te Bergen op Zoom en Kruisland. Ook had
hij op verschillende plaatsen orgels in onderhoud. In het Liber Fun-
dationum van de parochie te Oud-Vossemeer wordt hij de maker van
het orgel genoemd, wat echter niet juist kan zijn: de kleur van het
eikenhout en het pijpwerk wijst er op dat het orgel ouder moet zijn
dan het midden van de 19e eeuw65.
Door zijn eenvoudige uitvoering geeft de orgelkas weinig aanknopings
punten voor determinatie. Het front bestaat uit twee zijtorens met vijf
pijpen, waartussen neerbuigende velden gescheiden door een lage
smalle middentoren met drie pijpen. Aan de bovenzijde van torens en
velden zijn blinderingen van een eenvoudig lambrequinmotief aange
bracht. De torens rusten op consoles met acanthusblad. De onder
bouw van het front hoort ook bij de oude orgelkas, maar is bij de
plaatsing tegelijk met de balustrade wit geschilderd. Het orgel heeft
deze dispositie:
1. Bourdon 16' discant
2. Prestant 8' bas/disc. 8 houten pijpen
3. Holpijp 8' gr.oct.hout
4. Fluit travers 8' disc.
5. Octaaf 4' bas/disc.
6. Fluit 4'
7. Octaaf 2'
8. Quint 3'
9. Trompet 8' bas/disc.
Klavieromvang C-f'"
Aangehangen pedaal C-c'.
Op enkele pijpen na is het orgel geheel oorspronkelijk. De balg is
volgens het Memoriale Parochiae in 1868 aangebracht met het oog
op een toekomstige vergroting van het orgel, die echter achterwege is
gebleven. Het instrument bezit een verrukkelijke klank: liefelijk, zacht
en zangerig, maar toch helder en geprononceerd, geheel het in de
Zuidelijke Nederlanden gebruikelijke klankpatroon. Het orgel ver
keert thans niet in optimale conditie en verdient als waardevol monu
ment een zorgvuldige restauratie.
POORTVLIET, HERVORMDE KERK
De Hervormde Gemeente te Poortvliet kreeg in 1806 een fraai orgel
ten geschenke van Abraham Dumont, koopman te Amsterdam en zijn
echtgenote Cornelia Jacoba van Gaaswijk, die uit een voorname fami
lie te Poortvliet stamde. Al eerder moet het echtpaar zijn plan ken
baar hebben gemaakt, want in 1804 besloten de kerkmeesters op
125