2. Bourdon 16' 2. Viola di Gamba 8' 3. Prestant4' 4. Fluit d'amour 4' 5. Woudfluit 2' 6. Sifflet 1' 7. Carillon disc. 2 St. 8. Dulciaan 8' 2. Bourdon 16' 3. Octaaf 8' 4. Octaaf 4' 3. Prestant 8' 4. Holpijp 8' 5. Octaaf 4' 6. Octaaf 2' 7. Quint 3' 6. Bazuin 16' 7. Trompet 8' 8. Trompet 4' 9. Clarinet 2' 5. Gedekte quint 6' 8. Cornet 4-5 st. 9. Mixtuur 4-6 st. 10. Trompet 8' Klavieromvang C-f'". Koppeling Hw-Bw. Pedaal C-c. Dit was een fraai ontwerp, maar de geraamde kosten ad 16000 gingen de draagkracht van de gemeente te boven. Ook een alternatief zonder de registers 1 en 2 in het hoofdwerk, 1, 2, 8 en 9 in het pedaal en een nasard 3 in plaats van het carillon op het bovenwerk was nog te kostbaar. Aangezien de gebroeders Van Dam niet bereid waren de prijs te verminderen besloot de kerkvoogdij zich eens te Zwolle te gaan oriënteren, waar kort tevoren orgels waren gebouwd door de orgelmakers Scheuer en Quellhorst. De organisten Dirks en Walker togen op verzoek van de kerkvoogdij naar Zwolle, waar zij vergezeld door Scheuer en de organist Hempenius de nieuwe orgels in de Beth- lehemkerk, gebouwd door Quellhorst, en in de Broerenkerk van de hand van Scheuer bezichtigden en beluisterden. Het uiterlijk van het orgel in de Bethlehemkerk wekte grote bewondering, maar het in strument viel tegen. Het door Scheuer gebouwde instrument in de Broerenkerk viel zeer in de smaak, zodat men Scheuer vroeg prijs opgave te willen doen volgens het kleinste project van de gebroeders Van Dam. Scheuer verklaarde een dergelijk orgel voor 8000 te willen leveren. Om nu toch de orgelbouwers van eigen bodem een kans te geven bood de kerkvoogdij de gebroeders Van Dam aan het orgel voor 8500 te bouwen, in welk bedrag evenals in de opgave van Scheuer niet de bouw van het oxaal was begrepen. Hoewel deze volgens hun opgave zelfs bij de meest krappe berekening niet op dit bedrag konden komen, aanvaardden zij de opdracht toch met het oog op de instandhouding van hun orgelmakerij. Het contact met Scheuer had nog een ander gevolg. Deze had de registers van het bovenwerk in het concept van de gebr. Van Dam in een rugwerk geprojecteerd. De kerkvoogdij en de organisten achtten dit veel aantrekkelijker, zodat in het bestek werd voorgeschreven dat het aanvankelijk als bovenwerk bedoelde tweede manuaal in een rugwerkkast zou worden ondergebracht. Vermoedelijk waren de gebr. Van Dam weinig gelukkig met deze ver andering maar hebben zij zich niet durven verzetten om de opdracht niet te riskeren. In een later stadium trachtten zij toch nog enigszins 131

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1976 | | pagina 129