1885. Deze bouwde vele nieuwe orgels in Vlaanderen. Hij leverde het
orgel in de R.-K. Kerk te Groede en had vele andere orgels in
Zeeuwsch-Vlaanderen in onderhoud.
In december 1808 schreef Gerrit Hooghuys dat te Brugge een zeer
goed binnenwerk van een orgel te koop was en dat men ook de orgel
kas die zich nog in de Augustijnenkerk te Brugge bevond voor een
redelijke prijs zou kunnen aankopen™. De kosten bleken de beschik
bare gelden niet te boven te gaan, zodat de kerkmeester Blindenbach,
de ontvanger Van den Broecke en de organist E. de Kanter machtiging
kregen om instrument en orgelkas aan te kopen en met Hooghuys een
contract te sluiten. Reeds de 15e december kwamen deze afgevaar
digden met Hooghuys tot een overeenkomst voor het transport en de
plaatsing van orgelkas en binnenwerk80. Uit het contract blijkt dat het
instrument werd gekocht van de vrederechter J. van der Donck te
Brugge en dat het in diens huis was opgeslagen. Waar en met welke
bedoeling deze Van der Donck het instrument had gekocht wordt niet
vermeld. Uit een bij het contract gevoegde notitie - kennelijk een copie
van het opschrift op een orgelpijp - blijkt dat het instrument in 1764
door Egidius Franciscus van Peteghem was gebouwd. Aangezien het
om de samenvoeging van een bestaand instrument en een bestaande
orgelkas ging, bevat het contract verder geen bijzonderheden. In de
dispositie-opgave is door Hooghuys aangetekend dat aan de cornet 30
pijpen ontbraken, aan de fourniture 60 a 70 pijpen. Deze moesten
worden bijgemaakt. Het Van Peteghem-orgel had deze dispositie:
Hoofdwerk: Positief: (eveneens in de hoofdwerkkas)
1Prestant 8' 1Holpijp 8'
2. Bourdon 8' 2. Viola di Gamba 8'
3. Prestant 4' 3. Prestant 4'
4. Fluit 4' 4. Fluit 4'
5. Octaaf 2' 5. Viola di Gamba 4'
6. Doublette 2' 6. Octaaf 2'
7. Nasard 3' 7. Fluit 2'
8. Terts 1 3/5' 8. Sesquialter 2 st.
9. Cornet 5 st. disc. 9. Hobo 8' disc.
10. Fourniture 3 st. 10. Clairon 4'bas
11Trompet 8' bas/disc. Tremulant
12. Vox humana 8' bas/disc.
13. Clairon 4' bas/disc.
Klavieromvang C-f'".
Aangehangen pedaal C-d'.
Het orgel werd opgesteld op een oxaal met vier pilaren en aan de
bovenzijde met een hemel overwelfd. In juni 1809 was het werk ge
reed. De kerkmeesters benoemden J. de Kanter Philz., van wie de or
ganist E. de Kanter een broer was, tot keurmeester. Bij de stukken be-
137