dan één orgel in de kerk aanwezig was blijkt ook uit de rekening over
1558/59 waarin sprake is van het repareren van "d'orghel voer den
coer" door meester Thomas uit Gent.
Waarschijnlijk was het grote orgel van de kerk van een bescheiden
omvang, want in 1610 besloot het stadsbestuur de Willibrorduskerk
van een nieuw orgel te voorzien. De bouw werd opgedragen aan
Louis Isoré, orgelmaker te Antwerpen. Louis Isoré was de zoon van
Pierre Isoré, in de tweede helft van de 16e eeuw een belangrijk orgel
maker in Vlaanderen. Pierre Isoré was een neef van de orgelmaker
Lodewijk van Halen uit St. Omer en bouwde met deze in 1560/61 een
orgel voor de St. Eligius te Hazebrouck. Met Jean Barbaise uit Douai
bouwde hij in 1585/91 een orgel voor de St. Vaast te Atrecht. Louis
Isoré is minder bekend. Na de dood van zijn vader vestigde hij zich
te Abbeville en herstelde van daaruit orgels te Hazebrouck en Eu. In
1610 blijkt hij te Antwerpen werkzaam te zijn, zodat zijn werkterrein
wel zeer uitgestrekt was97. Over de bouw van het orgel zijn geen bij
zonderheden bekend; behalve de betalingen aan Isoré bevatten de
stadsrekeningen slechts een betaling aan pater Guillaume Ronselius
voor toezicht bij de bouw98. De notulen van de vroedschap en de kerk
rekeningen over deze jaren ontbreken.
Volgens de "Beschrijvinghe van de stad Hulst" van Jacob van Lans
bergen had het orgel 13 registers en een klavier van C-a"99. Om een
indruk te geven van de bouwtrant die het orgel te Hulst moet hebben
bezeten volgt hier de dispositie van het orgel dat Louis Isoré met
Jean Barbaise voor de St. Vaast te Atrecht bouwde:
1. Bourdon 16' 7. Flageolette 1' 13. Cymbale 4 rangs
2. Montre 8' 8. Cornet 14. Bombarde 16'
3. Bourdon 8' 9. Nasard 2 2/3' 15. Trompette 8'
4. Prestant 4' 10. Nasard 2 2/3' en 2' 16. Clairon 4'
5. Flute 4' 11. Nasard 1 1/3' 17. Voix humaine 4'
6. Doublette 2' 12. Fourniture 3 rangs
Klavieromvang C-a'" (42 toetsen). Tremulant, nachtegaal, trommel.
Kenmerkend voor deze dispositie en de school waaruit zij voortkomt
is het rijke assortiment aan wijde vulstemmen en tongwerken. Dit type
orgel was de voorloper van het Zuid-Nederlandse en Franse orgel.
Denken we de 16-voets registers uit deze dispositie weg, dan zijn we
vermoedelijk niet veraf van de oorspronkelijke dispositie van het orgel
te Hulst.
De overgang van de stad Hulst naar het kamp van de Republiek in
1645 bracht de kerk in protestantse handen. Aangezien de calvinisten
het kerkelijk gebruik van het orgel in deze tijd al weer hadden geaccep
teerd bleef het zonder onderbreking in gebruik. De protestantse kerk
meesters ijverden zelfs nog voor verfraaiing van het orgel: in 1664
lieten zij de beeldhouwer Philips Talboom twee beelden voor de zij-
147