pijpen en overige machinen op order van haar edel groot achtbare
door mij en mijn broeder nagezien, en provisioneel geëxamineerd; het
zelve na genoegen bevonden zijnde, wierd den laatstgemelde organist,
tot opziener over den orgelbouw aan gesteld. Vervolgens spoedde de
orgelmaker met zijn arbeid sodanig, niettegenstaande hij so nu en dan
onpasselijk was, en insonderheid, gedurende de maand september een
hevige siekte doorstond, dat hij na verloop van ses maanden aan haar
edele groot achtbare verzogt examinators te benoemen, om in't begin
der maand december het orgel te examineren, en op te nemen; hiertoe
wierden bij de edel achtbare heeren burgemeesteren, thesaurieren en
voorzittende heeren van den Rade volgens resolutie in dato 20 novem
ber 1770, verkoren en aangesteld de persoonen van Willem Lootens,
organist te Middelburg, en J.P. Lootens organist te Zierikzee.
De week, voor dat de examinatie zou aanvang hebben, had den orgel
maker bestemd om andermaal zijn werk ten naauwkeurigste door te
gaan, ten eijnde alles in een reine harmonie op te leveren; dog het
mogt die brave man niet gebeuren, het einde van zijn werk bekroond
te zien. Hij was zints eenige tijd meer en meer onpasselijk, zelf zoo,
dat hij in deese week, om zoo te zeggen, stervende zijn orgel stemde;
tot dat hij gantsch afgemat, op woensdag 5 december schier dood
van't orgel na zijn logement wierd gedragen, in dees toestand resol
veerde hij (schoon tegen de raad van veele zijner vrienden) om zig na
Utrecht te laten transporteren; sulks wierd ondernomen op de volgen
de zaturdag; na veel sukkelens kwam hij 's woondags bij zijn familie
in Utrecht, en de volgende dag zijnde donderdag 13 december 1770
overleed dees beroemde kunstenaar, oud 61 jaaren 11 maanden en
12 dagen.
Opmerkelijk is't dat met de dag der aanbesteding van dit werk, den
maker reeds in bekommering was, of hij de voltojing, schoon te dier
tijd redelijk welvarende zijnde, wel zou beleeven: die zorg bleef hem
altoos bij, 'tgeen hem dan ook die spoed deet maken, dat in plaats
van drie en een half jaar, volgens de tijd van't bestek, hier over te
werken, hij het orgel in twee en een half, en dus één jaar vroeger heeft
voltooyd. Bij zijn vertrek uit Zierikzee liet hij zijn broeder Willem
Batz aldaar, om voor hem de examinatie bij te woonen, 't geen wierd
begonnen op den 11 en december, en geëindigt den 17 dito, na een
exact onderzoek, en daar van schriftelijk uitgebragt raport is gebleken
dat niet alleen alles getrouw, en eerlijk conform het bestek is vervaar
digd, maar zelfs geen nieuw orgel in beter staat kan opgeleverd wer
den, gelijk straks nader zal blijken.
Alvorens melden wij, dit orgel op donderdag 's namiddags den 20
december in 't jaar 1770, door den wel eerwaarden, zeergeleerden
heer Johannes Abraham Blank, jongste predicant dezer stad, voor een
zeer talrijke gemeinte met een voortreffelijke redenvoering ter kerk-
170