De fluitstemmen zijn alle delicaat, egter verdienen de Baartpijp, Gems hoorn en Flageolet op't bovenmanuaal, de Roerfluit 8 voet en de Waltfluit 2 voet op 't groot manuaal, de Quintadeen 16 voet en Fluit 4 voet in't Positief, en de Holfluit 8' en Nagt-hoorn 2 voet in't pedaal, boven andere de voorrang. Aangaande 't regeer of binne werk, is alles van de beste materiale zuiver en deftig bewerkt. De coppelingen der drie handclavieren (wel kers beneden toetsen met wit ivoor, en de semitoonen of booventoet- sen met swart ebbenhout is belegt) zijn gehalveerd, zeer proper, en suffizant toegesteld, en alle met goede schroeven voorzien, gelijk mede de coppel van't pedaal aan't groot manuaalclavier, in een juiste orde is ingerigt. De registersknoppen van swart ebbenhout gemaakt, en waar van wederzijds de clavieren 28 en nog op ieder hoek van't onder- clavier, een trekker voor de pedaalcoppel en tremulant van't rugposi tief, dus agt en vijftig trekkers tezamen zijn, staan alle in zoo'n goede orde verdeeld, dat men onder't speelen de verst van de hand zijnde gemakkelijk kan bereiken. De weiborden zijn in sterke eijlcenhouten raamen ruijm, en lieber ge schikt, soo dat ze elkander niet te na en allerwegen gemakkelijk is bij te komen. De windladen zijn uit het fijnste eijkenhout, zindelijk, en zoo accuraat bewerkt, dat er in dezelve geen de minste gebreeken van doorspraak (veel nieuwe werken min of meer onderhevig) zijn te vin den; voorts met suffizante houten schroeven voorzien, en boven de zelve, op de pijpborden zoo veel plaats gelaten, dat men de stokken op de registers gemakkelijk kan af- en aanschroeven, zonder de pijpen te behoeven af te neemen. Wijders is er tussen de pronkpijpen, en alle wintiaden in de groote kas zoo veel ruimte, dat men sonder hinder van't werk bequaamlijk aller wegen gaan kan. Voorts heeft den maker, tot het aanbrengen van een volledige windt, voor de 16 voets labiaalstemmen van't pedaal, en tot de zeven grootste pijpen van die op't manuaal, aparte windkassen onder tegen dezelfde windladen gebragt, voorzien met ruime hooftventielen, en windbuis, welke pijpen dus afgeleid nimmer eenige belemmering, of verswak- king van de wind door de cancellen, aan de overige registers kan toe brengen, dienvolgens, altoos een complete wind hebben, en behouden, iets 't geen alomme bij groote werken, mogt werden in agt genomen. De windcanalen, hoofdventielen en cancellen, hier allezints groot en ruijm genoeg zijnde, heeft ook dit orgel, bij 't aanhouden der swaarste accoorden met het volle werk geen de minste swenking, stooting of gebrek aan wint. De negen blaasbalchen welke ongemeen fraaij en secuur zijn bewerkt leveren ieder op zig zelf, een getal van 35 graaden wint en bij onder zoek der wintschaal is gebleken, dat men hier zoo een juiste gelijke wint heeft, als ooijt in eenig orgel is gevonden, althans hier doet zig geen 177

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1976 | | pagina 175