4. De trekkers van deze registers moeten neffens de registerknoppen van het oude orgel werden geplaatst. 5. Een nieuwe blaasbalk van dezelve lengte en breedte als de oude blaasbalken 6. Als al het voorschreven werk compleet zal weezen, voltooijd en opgeleverd en door deskundigen bij den magistraat daar toe te verkiesen sal wezen geëxamineert en goedgekeurt zal betaald wor den 2/3 van de bedongen penningen en het overige derde een jaar na dato tot welke tijd het orgel tot zijn risico blijft dus dat den aannemer een jaar voor het werk moet in staan. Bestek en overeenkomst voor vernieuwing van het orgel door Louis Delhaye 20 juli 1764 en 13 september 176513s. Conditiën en voorwaarden volgens welke de heeren bailliu, burge meesters en schepenen der stad Hulst benevens de respective kerk meesters, met approbatie van bailliu, burgemeesters en schepenen van den lande van Hulster-ambagt over derzelver buijten parochianen hebben aanbesteed, het repareren en in staat stellen van den orgel, staande in de parochiekerk alhier, zoals in ijder articul hier na vol gende breder staat geëxpresseert. 1. Eerstelijk zal den aannemer moeten maaken, een geheel nieuw se creet, met al het gene dat daar toe behoord, niets uijtgesonderd, zoo als het werk vereijst en ten genoegen van de heeren besteeders. 2. Zal het voorschreve secreet bequaam moeten zijn van groote voor de navolgende registers, namentlijk een Prestant a agt voet, die den aannemer verpligt zal zijn geheel te vernieuwen en van bequame ma terie of stof te maaken en dezelve van vooren te verfoelien, en de monden te vergulden; een Holpijp a agt voet; een Trompet a agt voet; een Octaaf a vier voet; een fluijt a vier voet; een Nasard of quint a drie voet; een Octaef a twee voet; een Fluijt a twee voet; een Cornet vijf dik zoo als het thans is, dog in plaatse van een octaaf of twee quinten in het zelve een ters te brengen; een Mixtuur; een Scherp; een nieuw Sesquialter; en een Tersiaan. 3. Voor al deese registers (behalven het prestant en sesquialter) zal den aannemer mogen gebruijken de pijpen die er thans zijn, dog alle die eenigsins defect zijn zullen zijn ten voordeele van den aannemer. 4. Zoo de drie blaasbalgen over eenige jaaren maar vernieuwt, en nog zeer goed zijn, zal den aannemer niet anders te doen hebben als dezelve te visiteren, en zoo er iets aan mogt ontbreken hetzelve weder te ver- beeteren, op datse in staat mogte zijn tot genoegsaam fournissement van wind voor het geheele werk, zoo als den aanneemer bij het doen der visitatie ook daar toe dezelve heeft goedgekeurd. 5. Al het verguldwerk dat thans aan de kas of ornamenten is zal den aannemer ten zijnen kosten weder opnieuws moeten laaten vergulden, 183

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1976 | | pagina 181