1. Prestant 8' bas pneum. 5. Octaaf 2'
2. Holpijp 8'
3. Octaaf 4'
4. Fluit 4'
6. Quint 1 Yi
7. Sesquialter disc. 2 st.
Pedaal: subbas 16' pneum.
Het pijpwerk op de lade en in het front is vrijwel geheel origineel.
Van jonger datum zijn de zes grootste pijpen van de octaaf 4' en
enige pijpen van de sesquialter. De fluit 4' heeft 14 houten pijpen in
de bas en moet naar de factuur te oordelen in 1844 door Mennes en
Preuniger zijn aangebracht. De grootste pijpen van de fluit zijn naar
voren geplaatst en bevinden zich boven gedichte openingen voor de
bas van de sesquialter. Deze was doorlopend, met het quintkoor in
het front. Evenals bij het Weidtman-orgel te Meliskerke heeft dit orgel
dus een drie-voets front met dit verschil dat te Meliskerke een afzon
derlijke quint-bas in het front staat. De fluit 4' is waarschijnlijk in de
plaats gekomen van een tongwerk, een dulciaan als te Meliskerke. De
quint 1 y2' bevindt zich thans in het rooster van de mixtuur. De gaten
voor de overige twee koren zijn afgeplakt. Hoewel het rooster voor dit
register niet origineel is, moet zich op deze plaats toch een mixtuur
hebben bevonden. De overige registers hebben originele roosters.
De voor Aagtekerke opgegeven dispositie vermeldt ook een quint 3'
en een octaaf 1'. Vermoedelijk was de sesquialter gedeeld in een quint
3' en sesquialter discant en was van de mixtuur een octaaf 1' gevormd,
later weer tot een quint 1%' opgeschoven. De oorspronkelijke dis
positie van het orgel was dus als volgt:
1. Prestant 8' discant 5. Sesquialter 2 st. doorl.
2. Holpijp 8' 6. Mixtuur 3 sterk
3. Octaaf 4' 7. Dulciaan 8'
4. Octaaf 2'
Klavieromvang C-c'"
In de ventielkast (linker voorslag) bevindt zich de signatuur: P. Weidt-
man Ratinga me fecit 1744. Het klavier is in de loop van de tijd ver
nieuwd, maar de registerknoppen zijn nog oorspronkelijk. De orgel
kas is iets anders van opbouw dan die van het orgel te Meliskerke. Er
is namelijk nog een extra serie panelen tussen onderkast en bovenkast
gevoegd, waardoor ruimte is ontstaan voor een gebeeldhouwde con
sole voor de middentoren. De zijdeuren van het orgel zijn gewijzigd;
zij zijn vierkant uitgezaagd en van een triplex binnenwand voorzien.
De profiellijsten boven de velden ontbreken; ook het dak is weggeno
men, kennelijk om de uitstraling van het geluid te bevorderen. Een
bekroning met wapen, die naar men meedeelde, te Aagtekerke nog
aanwezig was, ontbreekt eveneens.
Hoewel het orgel in de loop van de tijd enige veranderingen heeft
ondergaan is het nog een zeer waardevol monument. Met het orgel
192