seren bij de heer Dumery te Brugge. Zij verschenen, ik gaf hun opening van mijn commissie, beredeneerde met hun 't plan en liet het hun in handen ter nader overweging. De volgende dag verklaarden zij ge negen te wezen een nieuw orgel voor Middelburg te maken, tot die som bij hun achter 't plan gesteld en eigenhandig ondertekend, ge vende teffens een missive ter zaak dienende mij in handen, voor dien heer, welke mij tot die voorzegde commissie had verzogt. Eindelijk na dien zij in haar werk mij en te Middelburg gansch onbekend waren, gaf ik te verstaan het ten uiterste noodzakelijk was, voldoende bewijzen te produceren nopens hun bequaamheid in 't maken van kerk-orgels, 't geen zij aannamen, en daarmee, (de examinatie omtrent de klokken intussche verricht hebbende) keerde ik na Middelburg. Eerlang beantwoorden zij aan hun beloften. Men bekwam een aan tal originele attestatiën, door regenten, pastors of organisten gete kend, wegens geheel nieuw, of hermaakte kerkorgelen in Vlaanderen en elders, welken allen met lof van hun bequaam- en eerlijkheid gewag maakten, 't geen kort nadien, nader wierd bevestigd, door een eigen handige missieve van den weledel achtbare heer J. Paulus, burgemees ter der stad Axel, in dato 18 september 1778 aan den weledel ge strenge heer mr. H. de Haze Bomme, schepen en raad dezer stad, zijnde hoofdzakelijk van deze inhoud: "dat na informatie bij de orgelmakers in Gendt, Yperen en Cort- rijck, tot het maken van een orgel in de kerk te Axel, die van Cort- rijck verre de minste in prijs waren, dienvolgende aan hun voor een zeer extra ceviele prijs 't werk wierd aanbesteed etc. Zoo dra het orgel klaar was, heeft de magistraat het zelve door den kundigen organist de heer N.N. Heindricks van der Goes laten examineren, denwelke het allerloffelijkst getuigenis van het zelve gaf, dat men er van horen kon, zijn edele stelde het (wat de geluyden aangong) boven het Zierikzeese a)5 Vlissingse en Sommelsdijkse orgels, en affermeerden, dat onze orgelmakers meer werk in het orgel had den gebracht, als er volgens hun bestek aan moest gemaakt wor den. Die goede affirmatiën, gevoegd bij den geringen prijs waar voor ons orgel gemaakt was, heeft de magistraat doen resolveren om hun nog een opleg van tweehondert guldens te geeven boven hetgeen zij hadden bedongen etc. Dit heb ik ten verzoeke van onze orgelmakers, en om dat die luiden ons zoo wel hebben voldaan, waarvan men weinig de weerga vind, de vrijheid gebruikt, aan u wel edel gestrenge te communiceren. Die redenen zijn het ook, waarom ik voor die brave menschen uw weledel gestrenge sollici teren dat uw weledel gestrenge de goedheid hebt om de meergemel de orgelmakers, het orgel dat, (zoo als ik van hun hoor) in de Oost- kerk staat gemaakt te werden, hun te laten maken etc." Uit het vorenstaande ziet men hoe de Rijckerens hier zijn bekend ge- 196

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1976 | | pagina 194