even zo fraaij voltooijd te zien. Den orgelmaker Reichner ter verrich ting zijner huiselijke affaires den 23en daaraan volgende naar 's Hage vertrokken zijnde wierd de verder hermaking door zijn oudste zoon intussche voortgezet. Kort nadien verzogt den ouden Reichner van het overige werk hier ontslagen te worden, vermits met de omstandig heden van zijn huisgezin en verloop zijner dagelijks werk, bij langer afwezendheid zijn gansche ruïne te vrezen stond. Hierop zijn ontslag verleend wierd in deszelfs plaats gekozen den ouden orgelmaker dezer stad Johannes van Overbeek g) om met zijn zoon en de jonge Reichner het overige werk te voltooijen. De voornaamste verandering en verbeteringen in de overige deelen des werks bestaan voornament- lijk in het maken van een nieuw register holpijp 8 voet, in plaats van de fagot 16 voet op't groot manuaal, die in stede van toon een kner send geraas aan't gehoor bracht, daar bij was de ruijmte op de wind laden tot die pijpen veel te bekrompen en benauwt, staande krom en scheef, gedrongen tusschen de trompetpijpen, met touw en koperdraat als een bos swavelstok aan elkander gecoppelt. Men oordeelde dan, wijl er nog tongwerken buiten dien genoeg overbleven, een holpijp 8 voet van meer nut te zijn, waarvan de twee grootste octaven op bij zondere windstokken boven de mixtuur van dit manuaal zijn geplaatst, komende met regt opgaande conducten, van de windstok daar de fagoth had gestaan ter spraak, terwijl de kleinste of twee bovenste octaven op de windladen zelfs werden gestelt, dus bekwam men een capitaal grontregister en teffens genoegzame ruimten om de agtvoets trompetpijpen recht uiteen, aan suffisant latwerk te bevestigen, zoo ook de langste pijpen van de clairon 4 voet. Om gelijke bekrompenheid van plaats op de pedaallade werd de trompet 4 voet negen voet hoger, ter wederzijden in de kas op aparte windstokken gesteld, en met con ducten uit de pedaalladen ter spraak gebracht. Dit gaf zoveel ruijmten dat de basuijn en 8 voets trompetpijpen vrij uit elkander regt op staan, dat men de basuijn kon genaken om te stemmen 't geen tevoren on doenlijk was, en dat men alle tongwerken na vereijsch met latwerk voor het omvallen conserveerde. De basuijn slegt van toon, zijn tot al die nieuwe copere roeren en tongen gemaakt, 't geen meer of min in alle overige tongwerken plaats had. De vox humana op't boven ma nuaal, niets minder dan een mensche stem gelijkende wierd verworpen, en een geheel nieuwe volgens de beste mensuur, van engels tin ge maakt. Al het overig pijpwerk is verbeterd of vernieuwt, 't geen vooral in de bourdon 16 voet en in de achtvoets grondstemmen vrij wat moeijten in had, 't welk aan niemand deskundig zal vreemd schijnen, wanneer hij weet dat de blaasbalchen in dit orgel bij d'eerste opleve ring nog geen 28 graden wint hielden dog nu op 40 graden waren gebracht. Voor 't overige is al het regeerwerk verbeterd, en in't pedaal geheel vernieuwt, ook suffizante kopere veeren onder de hoofdventie- 201

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1976 | | pagina 199