halven 25 pijpen, de langste 3% voet, werdende na de hoektorens verkleind door een boogsgewijs gaande vergulde lijst. Op elke hoek toren is een fraai ornament, zijnde een groep muzicaale instrumenten geheel verguld. Op de middentoren is een cierlijk vergulde vaas, en naast die, ter wederzijde, een groot zittend vrouwebeeld houdende met d'eene hand een basuijn aan de mond, terwijl zij met den anderen arm op de vaas rusten, deze beelden zijn gansch wit. Op de velden tegen de hoektorens ziet men van de boogwijs gaande lijst een trophé van diverse kleine muziecqinstrumenten; onder tegen de hoektorens een schelet verbeeldende een ramskop, en onder de middentoren een console. Alle vergulde opgaande stijlen van de kast zijn versiert met vergulde lauwrierbladen, beneden de pijpen op de lijst leggen takken eiken bladeren, zijnde gelijk al 't overige snijwerk tegen de voeten der pijpen verguld. Het rugpositief hoog breet 10 en diep - voet verthoont in 't front een vlak veld van 25 sprekende pijpen, ter lengte van 6 voet, behoren de tot de prestant 4 voet, bezijden die pijpen is een halfrond, gaande tot de baluster van't oxaal, in elk dier ronden staan beneden 11 en boven 13 dus 24 pijpen, de benedenste zijn 3 voet 2 duim en de bovenpijpen circa iy2 voet lang, te zamen 73 stuks, gemaakt van zuiver engels tin, opgeworpe labiums, gepolijst en verguld. Onder de voorkant van het rugpositief en tot zo ver de kas tegen de lijst van't oxaal strekt, hangt een van hout gesneden kleet, geheel verzilverd, de kant verguld, werdende in 't midden opgehouden door een levens- groote vergulden arend met uitgespreide vleugelen. Dit stuk werkt ongemeen schoon, en strekt niet min dan al het ander snij- en beeld werk tot roem des makers. Het oxaal is rondom besloten met een balustrade, wit marmer geschilderd; op de beide hoeken staat een fraaij versierde vaas, gedeeltelijk verguld. De kleur van het orgel is - en het lijstwerk verguld. De registers in dit orgel zijn tot ieder clavier de volgende: Rugpositief onderclavier 1. Prestant 4 voet disc.dubbel 78 pijpen 2. Holpijp 8 vt. 51 dito 3. Quintadeen 8 vt. 51 d° 4. Roerfluit 4 vt. 51 d° 5. Nasart 3 vt. 51 d° 6. Doublet 2 vt. 51 d° 7. Quint l1^ vt. 51 d° 8. Mixtuur 4-6 sterk 256 d° 9. Trompet 8 vt. 51 d° 10. Basson 8 vt. 51 d° Tremulant 742 pijpen 203

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1976 | | pagina 201