cate geluid der grond en fluitstemmen, de juiste beantwoording der
tongwerken aan hun benaming, de doordringende toonen der vul-
stemmen, en bij al dat gemakkelijke behandeling der clavieren, hun
uiterste genoegen vinden, en dit orgel, wel eer onbruikbaar, thans in
de rij der luisterrijkste kerkorgelen dezer republiecq een plaats toe
wijden.
a) of hier 't oude orgel van't jaar 1549 door H. Niklaassen, dan het
nieuwe door den alom vermaarden Batz anno 1770 gemaakt, wierd
bedoeld, schijnt den kundigen organist niet te hebben bepaalt; moge
lijk wel beiden: het komt er juist zoo nauw niet op aan als men iemant
prijsen wil! Of die man kent het orgel te Zierikzee niet, of 't heeft
aan zijn gehoor gehaperd en in zoo'n geval kon hem een deuijts fluitje
mooijer voorkomen (wat de geluiden aangaan) als het orgel te Goes.
De registers in het orgel te Axel zijn deze: Holpijp 8 vt.Prestant 4 vt.
Fluyt 4 vt.Nasart 3 vt.Doublet 2 vt.Tertiaan, Sexquialter, Fournituur,
Cembaal, Cornet, Trompet 8 vt.Clairon 4 vt. uit het zelve, zal elk van
eenige kundigheid licht konnen opmaken, hoe dit werk bij het nieuwe
orgel van Zierikzee te noemen zij15°b.
b) Men verstaat hier en in't vervolg Rijnlandse voetmaat.
c) Een staaltje onder anderen is, dat zij de menschen wilden diets ma
ken, indien zij sterker aanpersing van windt hadden gemaakt, de pijpen
zouden springen! en daarom deugden ook het bestek niet, waarin zulks
op 36 graaden was bepaalt! Wie lagt niet over deze armhartige uit
vluchten?.
d) Deez kunstenaar genaamt Nagel, was bij zeker heer in 's Hage
koetsier geweest, dog onlangs tot organist in de kerk te Loosduinen
gepromofeert, een dorp nabij den Haag. Die man had beter een paard
kunnen examineeren, dan de gebreeken in een orgel aanwijzen. Hoe
of door wie hij hier tot keurmeester is verzogt geworden, heb ik niet
konnen te weeten komen, genoeg voor de orgelmakers dat hij ver
klaarde hun werk goed was.
e) Het voortreffelijk orgel in de Grote Kerk te Gouda, is door hem
gemaakt.
f) Dit kon hun volgens 't bestek niet worden geweigerd, nadien in 't
zelve geen't minste gewag van eenig opziener is gemaakt. Alleen werd
daarin gezegd dat het laatste termijn niet zou werden betaald ten zij
het orgel alvorens door kundige neutrale perzonen was geëxamineerd,
en goed gevonden.
206