den betekenen64. De overheid kon wel begrip opbrengen voor deze
verzuchtingen, maar wilde toch beslist op de ingeslagen weg voort
gaan. In samenwerking met de tegeldekkers werd een aantal overgangs
maatregelen getroffen om het inkomen van de strodekkers in de eerst
volgende jaren veilig te stellen, en om, op langere termijn, het aantal
strodekkers drastisch te beperken. Deze regeling werd vervat in de
zgn. proklamatie van 146765. Uiteindelijk zouden de strodekkers als
autonome groep verdwijnen, en opgeslorpt worden door het ambacht
van de tegeldekkers66. De reglementering betreffende de strooien daken
werd regelmatig opnieuw uitgevaardigd, o.a. in 153567 en 15 5 368.
Men neemt gewoonlijk aan dat de maatregel van 1417 het eerste stede
lijk bouwvoorschrift in verband met brandbeveiliging was te Brugge69.
Cl. Trefois vermeldt een paar vroegere data, maar deze berusten op
een verkeerde interpretatie. Zo beweert hij dat reeds vóór 1331 een
dergelijk voorschrift bestond70, wat hij kennelijk afleidt uit het feit dat
toen besloten werd een stedelijke steenbakkerij in bedrijf te nemen;
het een volgt echter helemaal niet automatisch uit het andere, en er
is geen enkele tekst die deze overtuiging komt staven. Ook in 1374
plaatst hij een dergelijke verordening71, maar hier verwart hij Brugge
met Gent.
Er zijn echter wel aanwijzingen dat de Brugse overheid zich tóch al
veel vroeger met die zaak heeft ingelaten. Een mogelijke aanwijzing is
te vinden in de hogergenoemde proklamatie van 1467, waarbij de ver
houdingen tussen de strodekkers en de tegeldekkers werden geregeld.
Daarin wordt de opsomming gegeven van alle straten waar voortaan
strooien daken verboden waren. Het zijn alle hoofdstraten (bijna alle
leidend naar een stadspoort) gelegen in het gebied tussen de eerste en
de tweede omwalling van de stad72. Er komt geen enkele straat uit de
oudste stadskern (binnen de eerste omwalling of de zgn. binnenreien)
in voor. Het is echter gewoon ondenkbaar dat er voor het stadscen
trum, het drukste en dichtstgebouwde gebied, geen enkele bepaling
omtrent bedakingen zou geweest zijn: juist daar was zo'n bepaling het
meest nodig. Hier lijkt ons slechts één verklaring mogelijk: in het hele
gebied binnen de eerste omwalling waren strodaken verboden, en dit
waarschijnlijk al sinds een hele tijd. In die richting wijst namelijk de
volgende zinsnede uit de tekst van 1467: 'voort dat de strodeckers niet
en zullen moghen achtervolghende der ouder costumen yet decken of
stoppen met stro binnen den nieuwen vesten'73. Op het eerste gezicht
is dit een bepaald onlogische passage. Met nieuwe vesten kan niets
anders dan de tweede omwalling74 bedoeld worden, m.a.w.: die bepa
ling heeft betrekking op de hele stad. Men kan zich nu de vraag stellen
waarom de opstellers van de proklamatie eerst een uitgebreide lijst
geven van straten waar dekken met stro niet meer toegelaten is, er
uitdrukkelijk bijvoegend dat het in de andere straten - mits met be-
22