gaat 'de domibus... cooperiendis decetero lateribus plumbo sive as-
seribus' (over het van nu af aan dekken van de huizen met gebakken
stenen, lood of latten).
Het is duidelijk dat het Brugse voorschrift inhield dat het gebruik van
genoemde bouwmaterialen verplicht gesteld werd. In de hele stad (toen
nog binnen de eerste omwalling), of alleen in bepaalde straten? Om
een antwoord op deze vraag te vinden, lijkt een vergelijking met Aar
denburg ons niet te vermetel: naar analogie met de tekst uit de Cuer-
brief van 1246 menen we te mogen aannemen dat de Brugse maatregel
aanvankelijk slechts voor de hoofdstraten gold. In een tweede fase
(kort daarop reeds?) zou hij dan tot het hele gebied binnen de eerste
omwalling uitgebreid zijn. De dokumenten die deze voorschriften be
vatten zijn wellicht alle vergaan in de brand van de Halletoren in 1280,
waarbij, zoals bekend is, het hele archief van de stad met de keuren,
de oudste rekeningen en andere officiële dokumenten, verloren ging91.
HARDE DAKEN VOOR 1232
Het belang van deze oorkonde ligt voornamelijk hierin, dat er duide
lijk uit blijkt dat reeds in de vroege dertiende eeuw het aanwenden
van harde daken, en meer bepaald tegeldaken, van overheidswege
werd gestimuleerd in Brugge en in het Vrije. En dit terwijl zowel in
Noord- als in Zuid-Nederland dit gebruik pas in de veertiende eeuw
begon ingang te vinden, en voornamelijk in de vijftiende eeuw veralge
meend werd.
Vooral de vermelding van de daktegels, die hier met het woord 'lateres'
worden omschreven, is bijzonder belangwekkend. 'Later' is de naam
die de Romeinen aan hun bakstenen gaven. Het waren doorgaans
platte vierkante stenen, twintig tot dertig centimeter lang en breed, en
met een dikte van niet meer dan twee tot vijf centimeter. De Romein
se dakpannen heetten 'tegulae'92.
Het gebruik van gebakken stenen was in de dertiende eeuw een rela
tief nieuw verschijnsel - de oudstbekende middeleeuwse bakstenen
dateren uit het begin van die eeuw93 - zodat het wel begrijpelijk is dat
de toenmalige oorkondenopstellers de term 'later' bezigden om de plat
te gebakken stenen aan te duiden die de dektegels waren. De uitdruk
king 'lateres tecti' in de betekenis van dektegels was trouwens ook later
nog in gebruik, met name in Deventer; volgens Hollestelle werden
daarmee echter 'vermoedelijk meestal holle en bolle pannen bedoeld'94.
Onvermijdelijk gaan de gedachten ook naar de fameuze passage in het
verhaal van Galbert van Brugge, over het dak van Sint-Donaas dat
bestond uit 'ollis et lateribus'95. Daarover is al heel wat inkt gevloeid,
en werden verschillende, soms merkwaardige, hypotheses naar voor
gebracht. Sommigen veronderstelden dat het herbruikt Romeins mate-
25