riaal betreft; anderen zien er een gewelf in, bestaande uit holle bak
stenen, aarden kruiken of buizen96, al of niet in samengang met ge
wone bakstenen97. Rolland neemt aan dat het, naar analogie met Ro
meinse voorbeelden (onder andere in België), een gewelf was van
samengevoegde afgebogen pannen98. De eenvoudigste (en ook meest
aannemelijke?) verklaring is deze die Hollestelle voorstelt, namelijk
dat het hier zou gaan om een dakbedekking met platte en bolle pan
nen, waarbij ollae et lateres het latijnse equivalent zouden zijn van de
Oudnederlandse term "holenstein en deckstein"99. Wat er ook van
weze, in onze tekst van 1232 worden met lateres zonder twijfel dak
tegels bedoeld. Dit wijst op een zeer vroege poging tot veralgemening
in de particuliere woningbouw, van het gebruik van dergelijk materiaal.
Naast daktegels worden in de oorkonde ook planken en lood vermeld.
Met die planken (asseres) worden hier zeker geen duimbarden be
doeld100, maar wel de in die tijd vaker gebruikte dakspanen, die het
best kunnen omschreven worden als houten dakpannen: het waren
dunne, platte plankjes van ongeveer 30 cm lengte en 8 a 10 cm breedte,
onderaan meestal toegespitst of afgerond, welke met houten of meta
len nagels werden bevestigd101. Eiken dakspanen worden in Engeland
reeds in de achtste eeuw vermeld, en van de twaalfde tot de veertiende
eeuw waren ze er tamelijk veel in gebruik. Pas met de opkomst van de
daktegels verdwenen ze grotendeels. Ze werden nog verder gebruikt
(soms tot op de dag van heden) op torenspitsen, voornamelijk wegens
hun gering gewicht in vergelijking met lood of pannen102. Ook de mo
lenbouwers maakten er veelvuldig gebruik van. In 1939 werden kap
en windweeg van de Brugse Sint-Janshuismolen nog met nieuwe eiken
spanen bedekt103.
Lood werd reeds lang in grote hoeveelheden aangewend op kerken en
herenwoonsten104. Ook aan het dak van de Sint-Donaaskerk was in
1127 al sedert vele jaren lood verwerkt105. In de achtste eeuw reeds
was de kerk van Lindisfarne (Engeland) gedekt met lood; zelfs de
wanden waren met bladen lood bekleed106! Aangezien de Engelse bo
dem rijk aan lood was (o.a. in Derbyshire), werd het er tamelijk veel
gebruikt, in tegenstelling met het vasteland, waar dit produkt zeld
zamer en dus veel duurder was107.
Het lag in de lijn van de evolutie dat het lood als dakbedekking (vol
ledig of gedeeltelijk) zou aangewend worden voor particuliere huizen,
wat blijkens onze tekst zeker vanaf het begin van de dertiende eeuw
het geval was.
Uitgaande van de originele oorkonde van 1232 kunnen we besluiten
dat te Brugge reeds vóór die datum door het stadsbestuur een poging
werd ondernomen om, minstens in bepaalde gedeelten van de stad, het
strooien dak te laten vervangen door een harde dakbedekking die kon
bestaan uit daktegels, lood of houten dakspanen. Hieruit zou kunnen
26