10. F. de Potter, Gent van den oudsten tijd tot heden, dl. I, Gent 1883, p. 561. 11. J. Penninck, Het Brugse 'Reglement aengaende den brand' uit 1822, in: Het Brugs Ommeland, 6 - 1966, pp. 24-29; J.P. Tytgat, Maatregelen tegen brand in een landelijke gemeente tussen 1823-1827in: Ons Heem, 28 (1974), pp. 160-161. 12. In Brugge werd de eerste brandweerpomp in bedrijf gesteld in 1670 (J. Penninck, Het Brugse 'Reglementp. 24). 13. J. van der Heyden en J. van der Heyden jr., Beschrijving der nieuwlijks uitgevonden en geoctrojeerde slangbrandspuiten, Amsterdam 1690. Van der Heyden werkte ook een verbeterd type straatverlichting uit, en was boven dien etser en gewaardeerd schilder van landschappen en Amsterdamse stads gezichten. - U. Thieme en F. Becker, Allgemeines Lexikon der bildenden Künstler von der Antike bis zur Gegenwart, dl. 7, Leipzig 1924, pp. 22-24; H. Brugmans, Geschiedenis van Amsterdam, deel 3, Bloeitijd 1621-1697 (2e druk), Utrecht-Antwerpen 1973, p. 122. 13'. Een mooie afbeelding van een brandhaak treft men aan op de prent Prudentia van Pieter Bruegel uit 1559 (L. Lebeer, Beredeneerde catalogus van de prenten naar Pieter Bruegel de OudeBrussel 1969, p. 102, nr. 35; J. Weyns, Bij Bruegel in de leer voor honderd-en-een dagelijkse dingen, in: Ons Heem, 23 (1969), p. 102 - overdruk: Bokrijkse Berichten, 9, Bok rijk 1969). In verschillende musea worden nog brandhaken bewaard, o.m. in het Boerenkrijgmuseum te Overmere, waar naast een enkelvoudig ook een drietandig exemplaar te zien is (J. Weyns, Drietandige brandhaak te Overmere, in: Ons Heem, 24 (1970), p. 115). 14. Archief C.O.O. Brugge, fonds Armendis van de O.L. Vrouwkerk, reg.nr. 169, p. 108 (a° 1429). - Deze Ambrosis vander Pale behoorde wellicht tot de verwanten van de bekende kanunnik Joris Vander Paele, de opdracht gever van het beroemde werk van Jan van Eyck (zie voor diens bibliogra fie: R. De Keyzer, De Kanunnik van der Paele, in: Spiegel Historiael, 6 1971, pp. 336-343). 15. Idem, reg.nr. 170, p. 243 (a° 1483). 16. Idem, reg.nr. 169, p. 48; reg.nr. 170, p. 38. 17. D. Knoops en G.P. Jones, The mediaeval mason, an economie history of English stone building, in the later middle ages and early modern times, Manchester-New York 1967, p. 6; [H. Geers], De brandweerdienst van Brugge in het verleden, in: Programma van het 52e Zomercongres van de Koninklijke Westvlaamse brandweerbond, [Brugge] 1966, p. 49. Andere ambachtelijke aktiviteiten werden totaal verboden. De Brugse 'Keure van de deelmans' van ca. 1305 verbood het drogen van meekrap binnen de wallen van de stad: '...dat nimene meede droghen ne moet in stoven, no up asten, no met eenighen viere, binder veste van Brucghe, up eene boete van I 1b parisise' (L. Gilliodts van Severen, Coutumes des pays et comté de Flandre, quartier de Bruges, Coutume de la ville de Bruges, dl. I, Brussel 1874, p. 351; M. Coornaert, De Mede of Rubia tinctorum, in: Rond de Poldertorens, 18 (1976), pp. 1 e.v.). 18. L. Gilliodts van Severen, Mémoriaux de Bruges, recueil de textes et ana lyses de documents inédits ou peu connus, concernant l'état social de cette ville, du quinzième au dix-neuvième siècle, dl. 2, Brugge 1920, p. 78. 19. Dit werd ons door verschillende zegslieden bevestigd, o.a. door Kdt. H. Geers, bevelhebber van de Brugse brandweer, die we bij deze ook danken voor de verleende toestemming tot het raadplegen van het brandweerarchief. 30

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1976 | | pagina 28