78. Wij danken hier de heer G.A.C. van Vooren, gemeentearchivaris van Aar
denburg, voor de faciliteiten die hij ons heeft willen verlenen bij de raad
pleging van het archief.
79. J. Ab Utrecht Dresselhuis, Oud Aardenburg en deszelfs handel in het be
gin der XIV eeuw, Leiden 1844, p. 38 (Bijlage A).
80. L. Gilliodts van Severen, Coutumes des pays et comté de Flandre, Quartier
de Bruges; Coutumes des petites villes et seigneuries enclavées, I: Coutume
de la ville d'Ardenbourg, Brussel 1890, pp. 82-83.
81. G.A. Vorsterman van Oyen, Het archief van Aardenburg. I Beredeneerde
catalogus van de Handvesten, Rekeningen enz. uit het tijdperk van de Gra
ven van Vlaanderen 1201-1604, Middelburg 1889, p. 13.
82. G.A. Vorsterman van Oyen, Rechtsbronnen der stad Aardenburg, 's-Graven-
hage 1892, Werken Ver. uitg. bronnen Oude Vaderl. Recht, le reeks no.
15, p. 9.
83. J. Van Wageningen en F. Muller, Latijnsch Woordenboek. Groningen 1965,
p. 93; L. Quicherat, A. Daveluy E. Chatelain, Dictionnaire Latin-Fran-
gais, Parijs 1920, p. 121.
84. J. de Hullu, Bijdrage tot de geschiedenis van het Sint-Jans gasthuis te Aar
denburg (1258-1604), Middelburg 1924, p. 1.
85. J. Hollestelle, Steenbakkerij in de Nederlanden tot omstreeks 1560. Diss.
Utrecht, Assen 1961, p. 138.
86. Zie voor dit 'Bouc': E. Cramer-Peeters, W. Braekman en M. Gysseling,
Een middelnederlandse ziekte- en jaar prognose uit Aardenburg, in: Versl.
en Meded. Kon. Vlaamse Acad. voor Taal- en Letterk., 1966, pp. 355-357.
87. G.A. Vorsterman van Oyen, Rechtsbronnen, zie noot 82, p. 9.
88. Gleye stro.
89. Hee of Ee het riviertje de Eede.
90. G.A. Vorsterman van Oyen, Rechtsbronnen, p. 131. Vgl. ook W.P. Dezutter,
De beschilderde middeleeuwse grafkelders in Zeeuwsch-Vlaanderen, Onuit
gegeven licentiaatsverhandeling, Gent 1970, p. 43.
91. L. Gilliodts van Severen, Inventaire des archives de la ville de Bruges...
Introduction, Brugge 1871, p. 41.
92. J. Hollestelle, Steenbakkerij, p. 9. Vgl. H. van de Weerd, Inleiding tot de
Gallo-Romeinsche Archeologie der Nederlanden, Antwerpen 1944, p. 107.
93. J. Hollestelle, Steenbakkerij, p. 77.
94. J. Hollestelle, Steenbakkerij, p. 223.
95. H. Pirenne, Histoire du meurtre de Charles le bon, comte de Flandre (1127-
1128) par Galbert de Bruges, Parijs 1891, p. 60.
96. Mansion opteert voor het systeem dat werd toegepast voor de San-Vitalekerk
in Ravenna: daar werd de koepel gebouwd door middel van potaarden
buisjes die, op elkaar aansluitend, in een doorlopende spiraal van de basis
naar de top liepen. - H. Mansion, A propos de l'ancienne église Saint Dona-
tien a Bruges, in: Revue beige d'archéologie et d'histoire de l'art, 8 (1938),
pp. 102-106.
97. W.J.A. Arntz, Tijdstip en ontstaan van onze middeleeuwse baksteen, in:
Buil. Kon. Ned. Oudh. Bond, (1954), kol. 23-26; L. Devliegher, Bulletin
35