merins) uit het midden der 18. eeuw en een briefwisseling van den
Veerschen secretaris met den gezant onzer Republiek bij den koning
van Pruisen den uit Veere afkomstigen David Hubert (graaf) Vereist.
De staathuishoudkunde bleef een aantrekkelijke studie. Met mijn
vriend Marinus de Jonge las en besprak ik een paar avonden in de
week toen veel opgang makende geschriften van mr. J.L. de Bruijn
Kops; alsmede de boeken van Bastiat, Droz, Say en het reeds ge
noemde tijdschrift138 onder redactie van mr. Sloet tot Oldhuis. Maat
schappelijke vraagstukken hadden in die omwentelingen dreigende da
gen meer "le merite de l'apropos". Er heerschte een algemeene malaise
en van een hoffeest te Parijs werd terecht gezegd: qu'on dansait sur
un volcan. De ziekte in de aardappelen 1 had de prijs der voornaamste
levensmiddelen geducht doen rijzen, vooral nadat de oogst van 1846
beneden middelmatig was. In vele landen klom de onlust tot onrust,
en ook in Friesland en Groningen kwamen ongeregeldheden, zooge
noemde broodoproeren voor, welke met wapengeweld, waarbij dooden
vielen, moesten worden onderdrukt. Hoewel een oploop te Zierik-
zee 104 in het begin van 1845, zonder veel moeite gestild was, bleef er
toch nog altijd eenige onrust over en liepen des avonds troepen wevers
en dergelijk volk joelende en rumoerende langs de straten, wat echter
zonder uitbarsting afliep. De Zierikzeesche Nieuwsbode 161 opgericht
door P.H. van der Weijde in een zeer klein formaat om de zegelbelas
ting te ontduiken, bleef de vonken der ontevredenheid aanblazen. Dit
vuur verdoofde echter niet weinig, toen een der voornaamste oproer
kraaiers, die zich als een martelaar voordeed, wegens een persdelict en
laster voor de Rechtbank te Zierikzee moest verschijnen. Met eenige
spanning werd de komst van dien markies de Thouars, een door
dronkenschap verloopen luitenant, in de stad tegemoet gezien. Maai
de opwinding bedaarde spoedig toen de ook rijmende raddraaijer ver
scheen en men hem, als een onverbeterlijke "zatlap" telkens in een
goot vond. Van der Weijde scheen zich toen reeds van de Nieuwsbode
teruggetrokken te hebben. De politiek leek zijn zwak niet, hoewel hij
destijds, gelijk hij later zelf uitbracht, met weerzinwekkende ontrouw,
twee elkander bestrijdende couranten schreef en tegelijk de behou
dende stadscourant160 en de radikale Nieuwsbode 161 redigeerde. Van
der Weijde was een kundig man bedreven in vele dingen. Hij schreef
veel over wis- en natuurkunde, beoefende de toen nog nieuwe da
guerréotypie 28 en speelde met merkwaardig talent orgel en piano.
Door zorgeloosheid en zekere, ik zou zeggen wetenschappelijke koop
lust had hij altijd gebrek aan geld, hoewel zijne vrouw als hoofd der
jonge-dames school een vrij goed inkomen had. Nadat hij in 1846 te
Delft was gaan studeeren, beproefde hij te vergeefs om ijker te wor
den. Toen dit niet vlotte is hij in '48 of '49 met vrouw en kinderen
naar Noord-Amerika verhuisd. Daar vond hij eindelijk na veel worste-
62