voorstel aan te nemen, waarop ik tegen le Januari 1852 benoemd
werd tot Arrondissementsijker der maten en gewichten in het le dis
trict van Zeeland. Mijne schoonmoeder besloot zich ook te verplaat
sen en daardoor te voldoen aan den wensch van haar broeder van
Citters, die reeds lang op eene verhuizing aangedrongen had.
1852
In April 1852 verlieten wij Zierikzee158 en betrokken ons lief huis
op de Rouaansche Kade G. 141, te Middelburg81. Dien winter waren
wij nog te Zierikzee gebleven, en reisde ik nu en dan tot regeling der
ijkzaken heen en weder. Daardoor hadden wij gedeeld in den eersten
diepen indruk der strafvervolging tegen den meer dan 80 jarigen heer
C. Tromp President der Centrale Directie van Schouwen, Burgh en
Westland 21, en zijn Opper-Commies M. Caland. Wij hadden dan ook
bijgewoond de ontsteltenis door een kruitontploffing in de St. Domes-
straat72 op Nieuwjaarsavond waarbij een winkelier omkwam en enkele
kinderen verminkt werden. Door het vertragen der verhuizing hadden
wij ook kunnen bijwonen eene danspartij boven de Sociëteit, waar
mijn lieve eenvoudige vrouw, volgens de opvatting van mijn opvolger,
den ietwat zonderlingen reeds bejaarden heer Koolman, ridder der
Militaire Wilemsorde, "la Reine du bal" was.
Naar Middelburg vertrokken wij den 14 April en namen intrek voor-
loopig bij moeder Ermerins, die een huis in de Molstraat "La Ro-
chelle" geheeten van de vriendinnen Ackermans, die er naast woon
den had gehuurd. Hoewel wij in Middelburg vriendelijk werden te
gemoet gekomen en het aan bezoeken niet ontbrak gevoelden wij ons
in den eersten tijd in de toen nog zoo statige stad vol deftige bewoners,
livreibedienden en bodes in gekleede rokken en korte broeken, waar
de timmermansbazen hooge hoeden en glacé handschoenen droegen
en de gewone huurkoetsen met twee paarden reden, [niet thuis]. Als
wij door de stille straten wandelden vonden wij alles wel veel mooier
dan te Zierikzee, maar gevoelden toch dikwijls als heimwee naar den
eenvoudigen gezelligen omgang en de goede vrienden.
In September deden wij een uitstapje naar Nunspeet, waar de finan-
tiële verwikkelingen nog niet ten einde waren en waar toen ook mijn
oudste broeder woonde. Wij bezochten ook Amsterdam, Den Haag,
Delft en op de terugreis Zierikzee, waar wij op den 2 October getuigen
waren van het door een stormvlaag vastraken en uit elkander slaan
van het beurtschip op Bergen op Zoom bij den Zuid-Hoek. De hof
meester der Middelburgsche boot, die een lijn aan boord wilde bren
gen van het vast gestootte vaartuig verloor daarbij het leven, alsmede
verscheidene der opvarenden. Op de kaai stonden wij met honderden
menschen naar de in nood verkeerenden te zien en hartroerend was
75