zeer kleine huisje voor veel personen gemakkelijk en geschikt te ma ken. De villa was echter zóó luchtig opgetimmerd, dat bij de zware donderbuijen, die ons toen dikwerf ontrustten, de pendules door de trilling meer dan eens stil gingen staan. Wanneer die zware slagen snachts het gebouwtje deden daveren, verzamelde de geheele familie "en négligé" in de achterkamer en als 't wat lang duurde, kwam bij moeder het breiwerk voor den dag, begon mijne vrouw te haken, zat mijn zuster te lezen, en hield ik mij bezig met proeven na te zien. Op den 28 Juni hadden wij niet alleen door onweer een onrustigen nacht, maar vooral door het gejoel tengevolge van den brand, die 's avonds te voren in den Langen delft was uitgebarsten en een viertal huizen verteerde. Ik herinner mij vooral den indruk toen in den donkeren avond de spuiten der marine met vlugge matrozen bemand in vollen draf uit Vlissingen voorbij ratelden. Niet lang daarna kwam men in onzen tuin de bakens plaatsen voor een spoorweg 12S, met een drukte als of [die] in den volgenden maand rijden moest. Er is echter niets van gekomen en de staken zijn einde lijk van zelf omgetuimeld. Wij hadden dien zomer veel logés en onderanderen mijn zwager Ma- rinus Ermerins uit Brooklin, met een amerikaanschen vriend, kapt. Coffin. Eene verkiezing te Veere139, die we toevallig bijwoonden, waarbij het stembureau rustig kaart zat te spelen, koffie dronk en tulband smulde, terwijl alles kalm en stil afliep, vond deze vreemdeling een der opmerkelijkste dingen die hij in Europa aanschouwd had. In Augustus hield het Departement der Maatsch. van Nijverheid eene kleine Tentoonstelling 92 in de concertzaal, welke zóó goed slaagde, dat wij besloten om in het volgend jaar de zaak op grooter schaal te herhalen. Van die Tentoonstelling gaf ik een verslag in de Middel- burgsche courant85. In Nov. en Dec. hield Pekelharing in de Doopsgezinde kerk een drietal belangrijke lezingen over de geschiedenis der schriften van het Nieuwe Testament. Een reisje door ons in het begin van Sept. gedaan beschreef ik in het Leeskabinet van November onder den titel Vier dagen in Parijs 12°. Het scheen nog al te bevallen en ik had er meer genoegen van dan van een stuk over de Alchemie in het Leeskabinet van April geplaatst, dat mij echter vrij wat meer moeite en nazoeken had gegeven. In de Middelburgsche courant schreef ik enkele artikelen en voor het Album vertaalde ik een achttal stukken. Het Nut77 gaf veel werk, maar ook veel genoegen o.a. eene vergade ring in Dec., vooral merkwaardig door curieuse versprekingen van den voorzitter, den besten, dikken dokter de Marrée. 84

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1977 | | pagina 82