was vijf stuivers meer dan destijds bedongen was). De hogere prijs werd echter niet in rekening gebracht. Twee stoelen, de een met trijp bekleed, de andere met groen laken, beide opgemaakt met franje, volgens de nieuwe richtlijnen, werden naar Middelburg opgezonden. Op de specificatie van Pieter Carels (bijlage I) werden 52 stuks opgeprofylde tapijte wapens op paars trijp en groen laken vermeld: Men zal dus op deze afwerkingsmethode overgegaan zijn. Ten tweede: De borduurwerker bood aan de wapens op laken en trijp F 5-10-0 vast te borduren, teneinde oneffenheid in het zitten te voorkomen. Hem werd gelast twee aldus opgemaakte stoelen naar Middelburg te zenden. Ten derde: De tapissier moest twee gehele "blaren" (losse lappen), de ene groen, de andere purper, met het wapen vervaardigen en daarvan twee compleet opgemaakte stoelen naar Middelburg zenden. Ten vierde: Bovendien moest de tapissier twee groene "blaren" maken met het wapen ten behoeve van twee te vervaardigen kussens, met aan de onderzijde groen laken, die door de kussenmaker afgewerkt moesten worden. 84. Not. Zeel. 1684 - 7 maart. 85. Not. Zeel. 1715 - 16 september. 86. RAZ, Staten 733, Notulen van Gecommitteerde Raden 1739 - 28 december. 87. RAZ, Staten 548, Notulen van Gecommitteerde Raden 1740 - 21 maart. 88. RAZ, Staten 548, Notulen van Gecommitteerde Raden 1740 - 9 april. 89. Not. Zeel. 1738 - 28 november en 9 december. 90. RAZ, Staten 1395. 91. Hagger, Encyclopediablz. 467. 92. RAZ, Staten 572, Notulen van Gecommitteerde Raden 1764 - 16 januari. 93. RAZ Rekenkamer C 318 bijlage (acquitten) I. 94. Gemeentearchief Den Haag, Kerk. Reg. 243, fo 60vo. 95. Gemeentearchief Den Haag, Herenboekjes. 96. Het Gemeentearchief te Den Haag was zo vriendelijk mij de volgende ge gevens te verschaffen: In 1775 leent hij F 800.— aan David Maritz, assis tent grofgeschutgieter in 's-Gravenhage (Not. 4238, blz. 227-229). Carel Pantekoek heeft een zekere welstand weten te verwerven, hetgeen blijkt uit de imposten, die hij heeft betaald bij de begrafenis van vrouw en kinderen en bij zijn tweede huwelijk. Dit blijkt voorts uit de leningen, die hij verstrekt heeft. De groeiende welstand van hem blijkt verder nog uit de bezittingen, die hij verwerft: In 1746 koopt hij, als "mr. metselaar" aangeduid, een huis aan de Burg- of Paviljoensgracht voor F 3200.— (R.A. 404, fo 389 vo). Ver volgens in 1762, samen met de weduwe van Pieter Mouton, een blekerij aan de Zuid-Buitensingel voor F 2700.— (R.A. 409, fo 286 vo - 287). In 1777 koopt hij een huis in de Wagenstraat voor F 6200.— (Not. 4281, blz. 32-34). Verder is hij mede-eigenaar van een boerderij aan de Leidsevliet onder Zoeterwoude (Not. 4428, blz. 475-477). Carel Pantekoek overleed te 's-Gravenhage 24 februari 1796 (O.N.C.O. 140), op 79-jarige leeftijd. 97. G.S. van Holthe tot Echten, 1782: Een nieuwe pomp voor het Abdij-plein te Middelburg. Zeeuws Tijdschrift 1975 nr. 2. 98. Het moet een nog oud-gebruikelijke benaming zijn voor de vertrekkamer op de verdieping van de Witte Toren. 99. Meestal benoemde de vergadering enige commissarissen of gemachtigden, die de verschillende facetten bekeken, en bij de vergadering een rapport indienden, waarna deze een besluit nam. 82

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1978 | | pagina 100