100. RAZ, Staten 1422. 101. Over de oorzaak waardoor de balken in zo'n slechte toestand waren ge raakt wordt niet gesproken. Blijkens de notulen van 1705 waren een eiken balk en enige ribben door een verborgen waterbak geheel bedorven. De loden bak werd daarna gedempt en weggenomen en de vergane balk vernieuwd. 102. Not. Zeel. 1784 - 2 februari. 103. Uit aantekeningen, gemaakt door de stadssecretaris van de vergadering van de Staten op 26 januari 1784, blijkt dat Middelburg en Tholen een copie verzochten van het rapport (vriendelijke mededeling van de Gemeente archivaris van Goes). 104. Not. Zeel. 1784 - 16 februari. 105. De term duidt er op, dat er ook nog andere sieraden waren. Als zodanig komt wellicht het architectonische sieraad in aanmerking: de pilasters, misschien ook het goudleer. Wij weten uit de bronnen, dat er in die pe riode ook goudleer in de zaal aanwezig was. Uit de rekeningen van de Ont vanger Generaal van Zeeland blijkt, dat oud goudleer ten behoeve van re- paratiën geleverd werd; in 1784 werden de kosten aan de kamerbehanger der Abdijgebouwen Willem van Heulen betaald. Ook in de zaal van het "Heerenlogement" kwam goudleer voor: Gecommitteerde Raden besloten in 1764 op 17 september "het mankerende goud-leer te suppleeren en aan te doen". 106. Gemeentearchief Veere, Notulen van Burgemeesterskamer der stad Veere 1784 - 11 februari, Archief No. 82. 107. Gemeentearchief Veere, Notulen Wet en Raad der stad Veere 1784 - 14 februari, Archief No. 52. 108. Dit zal wel het geval geweest zijn want in 1785 wordt om een verhoging van deze besteding gevraagd. 109. RAZ, Staten 592, Notulen van Gecommitteerde Raden 1784 - 4 juni. 110. Er was toen wel een methode bekend om tapijten hun eerste schoonheid weer terug te geven. De methode kwam neer op een behandeling, tot twee maal toe, met krijt gedurende zeven a acht uur. Dit krijt werd er met een haren borstel weer uit verwijderd; tevoren moesten de kleden natuurlijk uitgeslagen en schoongemaakt worden. Niet zeker is of deze werkwijze ook op wandtapijten van toepassing was. (Chomel, Huishoudelijk Woordenboek onder het artikel "Schilderen"). Wellicht zijn de tapijten door Hartog afgenomen en bij voorbeeld op een binnenplaats in Middelburg, al of niet met behulp van enige knechts, met grote hoeveelheden water (eertijds was de methode in stromend water van beken of riviertjes) en zeep die voor textiel geschikt was, schoongemaakt; daarna met de ketting over de balk gedroogd, eventueel zijn toen de weefopeningen (galen) dichtgenaaid. De gehele affaire is wonderlijk snel verlopen. Door de kamerbewaarder N. Oppenoorth is het destijds overeen gekomen bedrag in ducaten nog dezelfde dag van het indienen van het request in de Staten van Zeeland uitbetaald (RAZ Rekenkamer C 358 acquitten B). Voor restauratie van tapijten: Zie de manuscript-aantekeningen Van Ysselsteyn: "Restauratie textiliën en wat er aan vast zit" in de Ko ninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage. 111. RAZ, Staten 1420. 112. RAZ Rekenkamer C 360, acquitten D. 113. Ibidem. 83

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1978 | | pagina 101