133. Holte opzij, waarin vouwblinden weggeduwd kunnen worden. 134. Van de Graft, Tapijtfabrieken, blz. 151 noot 1. 135. Ibidem blz. 153. 136. Doel van het instellen dezer Commissie was de regering over een aantal zaken van voorlichting te dienen. 137. Bestrijding van buiten en tweedracht binnen de kring van het college leidde tot de opheffing in 1879. 138. ARA, Archief van de Commissie voor de Monumenten van geschiedenis en kunst No. 1. Notulen vergadering van Rijksadviseurs 1874 - 8 oktober. 139. Ibidem. 140. Nog een enkel oud zoldervenster werd aangetroffen van een dak gekeerd naar de Balans. Aan de hoofdingenieur van de Waterstaat zijn toen teke ningen toegezegd, naar dat model te vervaardigen. 141. Deze bode bewoont twee kamers naast en onder het oud-archief. Men stelt nu voor hem een keuken te maken in een corridor, welke toegang geeft aan een dier kamers en waarin een typische 16de-eeuwse houten trap staat, die naar het archief boven geleidt. Tot die inrichting zal het nodig zijn, enige ramen te verplaatsen, de trap te vernietigen en een andere trap op enige meters te plaatsen. 142. Van Ysselsteyn, Tapijtweverijen I, blz. 265, 266. De complete 16de-eeuwse serie tapijten, die vastgenaaid zat op een stuk fluweel en niet door de Rijksinspectie der Kunstbeschreming tegen oorlogs gevaren werd afgenomen ging met het gebouw in 1940 ten onder. Blijkbaar heeft men het nooit de moeite waard gevonden deze wandtapijten te restau reren en voor ondergang te behoeden. De afbeeldingen 87 t/m 92 uit het boek van Mevrouw Van Ysselsteyn geven een indruk van de schoonheid van deze wandversiering. Wij kunnen haar helaas niet meer vragen waarom de wandversiering van deze serie uit de vroegere Kamer van Gecommitteerde Raden destijds ook niet afgenomen is; waarschijnlijk is men er niet aan toe gekomen om al het waardevolle tijdig op te bergen of zij waren mis schien in zo'n slechte staat, dat men ze niet van de muur durfde te halen zonder directe restauratie-mogelijkheden. 143. Hij was in 1905 Hoofddirecteur van 's Rijks Museum van Schilderijen. 144. In 1824 merken De Kanter en Ab Utrecht Dresselhuis Provincie Zeeland blz. 83) op: "Jammer dat van dit tapijt een stuk is afgesneden om het te voegen in een vak voor 't welk het wat te groot was". 145. ARA, Ministerie van Binnenlandse Zaken, afd. Kunsten en Wetenschappen, stukken betr. gebouwen 1876-1918, voorl. inv. Bervoets no. 252. 146. Ibidem. 85

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1978 | | pagina 103