Regole: goot, van het Franse rigole.
Rib: hout van ongeveer vierkante doorsnede. De onderhavige rekeningen geven
doorsneden van 3x3 duim tot 5x7 duim (een duim is ruim 2,5 cm)de lengte
is steeds in voeten uitgedrukt (afhankelijk van de plaatselijk gebruikte maat,
doorgaans van 28 tot 31 cm).
Roode vloeren: vloeren van rode tegels van kalksteen van het Zweedse eiland
Öland. Slippen: slijpen, glad schuren.
Schoft: een werkdag was ingedeeld in vier schoften, de tijd tussen twee schaft
tijden in.
Stellijn: vermoedelijk stelling steiger.
Trappen: bedoeld zijn traptreden.
Trappen voeren: stootborden aan de achterzijde van de treden aanbrengen van
dun wagenschot, ook wel voering genoemd.
Verwulfsel: gewelf (steen?).
Wagenschot: eikehout, van duim tot enkele duimen dik, gezaagd uit, over de
volle lengte gekloofde, stukken van regelmatig gegroeide stammen, zodanig, dat
zich slechts aan één kant spint bevindt. Meestal gebruikt voor wandbekleding
door de aldus ontstane spiegeltekening in het hout. Doorgaans 3 meter lang
en 25 cm breed. Het hout kan ook voor andere doeleinden gebruikt zijn.
Wageschotte veeren: twee (vloer)delen worden met elkaar verbonden met een
dun latje, dat aan weerszijden in een groef aan de smalle lange zijden van de
delen past. Dat latje heet veer (hier gemaakt van eiken wagenschot).
VERKLARING VAN DE AFBEELDINGEN
Afb. 1. "Al schijnt het spel, het is een beelt
Van al dat m'n in de werelt speelt.
Al 's menschen woelen en gerei is Jock, is scherts, is kinderspel".
Het Abdijplein te Middelburg. Illustratie uit Jacob Cats, Sileni Alcibiadis II,
Amsterdam 1619. De tekening laat zien, dat er voor de gebouwen een smalle
strook afgeperkt is met hekwerk. Uit de notulen blijkt, dat dit is gebeurd met
het oog op het vandalisme van de jeugd, die regelmatig de ruiten ingooide.
Daar waar de Statenzaal zich bevindt is een gekanteelde muur met twee toe
gangen. De linkerpoort geeft toegang tot de traptoren naar de vertrekken van
de Staten. De zogenaamde Witte Toren aan het eind van de rechte straat voert
naar het voormalige Pandhof (Muntplein); het venster op de verdieping,
uiteraard gewijzigd ten opzichte van het oorspronkelijk gotische, is dat van de
voormalige bidkapel, later assaykamer, daarna vertrekkamer van de Staten.
Links van de Witte Toren de voormalige Abtswoning met aan de pleinkant
de galerij, die oorspronkelijk open was (en het later door de restauratie van
Frederiks weer is geworden) maar waarvan in 1578 de bogen werden dichtgezet.
De galerij werd toen ingericht als Statencomptoir; in de middelste boog is het
poortje te zien dat toegang gaf, niet alleen tot het Comptoir maar ook tot de
gang die voerde naar de wenteltrap rechts in de hoek bij de Witte Toren.
Via deze wenteltrap bereikte men eerst de Kamer van Gecommitteerde Raden en
daarna de Statenzaal. Bij de verbouwing 1678-1679 werd het zojuist genoemde
poortje gedicht; er werd toen een nieuwe opgang gemaakt, waartoe een rijke
poort toegang verschafte. Deze poort is te zien op afbeelding 12. In de hoek
tussen het gebouw van de Staten en de Admiraliteit en dat van de Raad van
Vlaanderen ziet men een aanbouwtje: een toegang tot de Admiraliteit. Dit is de
toegang die in 1678 gewijzigd werd.
108