109
Afb. 2. Plattegrond van de Statenzaal in 1679.
Afb. 3. Opmeting van het gedeelte van de Abdijgebouwen, waarin de Statenzaal
zich bevindt. De lengte- en dwarsdoorsneden behoren bij een rapport van de
restauratie-architect J.A. Frederiks van 27 januari 1892 (het rapport zelf is in
de archieven niet meer aanwezig). Op de lengtedoorsnede zijn in de Statenzaal
de twee tapijten van de zuidmuur ingetekend. Op een dwarsdoorsnede wordt
een duidelijk beeld gegeven van de tribune van 1852 aan de westzijde van de
zaal. De tekening is gebaseerd op een opmeting door Ad. Mulder, Rijksbouw
meester voor de Monumenten.
Afb. 4. De Statenzaal in de Abdij van Middelburg. Illustratie uit J. van de
Graft, De tapijtfabrieken der XVIe en XVIIe eeuw, Middelburg 1869. Voor
het commentaar op deze niet in alle opzichten nauwkeurige plattegrond zie de
tekst van het artikel.
Afb. 5. Plattegrond van de Statenzaal in de Abdij van Middelburg, gedateerd
1783. Illustratie uit de Zelandia Illustrata deel I, blz. 244 (Catalogus W.S.
Unger deel II, no. 534). Op deze plattegrond wordt de volgorde van de tapijten
aangegeven zoals ze gehangen moeten hebben vóór de opknapbeurt van 1784.
Voorts is de plattegrond interessant vanwege de aanwijzing van de zitplaatsen
der Statenleden aan de tafel. Ook komt de nis er op voor van de kachel uit
1763. Eveneens in 1783 werden door Pieter Snijders zeven tekeningen in kleur
vervaardigd van de afbeeldingen der tapijten in de Statenzaal met onderschriften
van Mr. J. Verheye van Citters (zie afb. 21 t/m 27).
Foto: les Lamain, Middelburg.
Afb. 6. Fragment van de "Afbeelding van de stad Middelburg in Zeeland, nauw
keurig zoo de publycke gebouwen als alle de particuliere huysen, kennelijk naar
't leven geteyckent door Cornelis Goliat", 1657-1688. Uit Smallegange, Nieuwe
Gronyk van Zeeland, 1696, tussen blz. 422 en 423.
Foto: Documentatiecentrum Zeeuws Deltagebied.
Afb. 7. Wandtapijt Slag bij Fort Den Haak I en II.
Foto: Atelier Werkplaats Haarlem.
Afb. 8. Detail wandtapijt Slag bij Zierikzee, vervaardigd in de weverij van
Hendrik de Maeght. Deze tapisserie wordt in de tekst aangeduid als nummer 6.
De foto is afkomstig van de "Stichting Werkplaats tot herstel van antieke
textiel te Haarlem" en geeft een gedeelte weer (links van de cartouche) vóór de
restauratie. De overlangse "naad" is illustratief voor het lot, dat vele van de
wandtapijten in de Statenzaal in de loop der jaren ondergingen. Eveneens valt op
te merken, dat hier en daar partijen die later ingezet zijn, op een wonderlijke
manier zijn verkleurd; dit zijn kennelijk restauraties uit de tijd vóór 1940, toen
bij herstellingen de optimale lichtechtheid nog niet bereikt kon worden. Bij het
open gat, dat zich bevindt tussen de eigenlijke voorstelling en de rand zijn de
wollen kettingdraden nog aanwezig; de draden van de inslag bestaan uit wol en
zijde, waarbij de lichte tinten van zijde zijn. De oude meesters verstonden de
kunst reliëf in hun tapijten aan te brengen, maar de Franse revolutie, die de
gilden wegvaagde, deed ook de techniek van de grote wevers der Middeleeuwen
verloren gaan. In de Werkplaats tot herstel van antieke textiel te Haarlem
(opgericht in 1939-1940, omdat met het oog op oorlogsgevaar geen kunstbezit
het land uit mocht) ontdekte men de reliëfwerking van het oude materiaal, dat
wil zeggen dat er bewust en doelmatig gebruik gemaakt werd van draden van
verschillende dikte. Ook dit tapijt is afgenomen toen de tribune voor het pu
bliek gebouwd moest worden in 1852 en bij diezelfde gelegenheid het aantal ramen
in de Statenzaal van drie op vijf werd gebracht.