111 andere afbeeldingen. Wel zijn bij de restauratie van de tapijten in de randen overal spijkergaten aangetroffen; deze kunnen verband houden met de manier van ophangen. De vraag rijst of de wandtapijten, aan de achterzijde voorzien van een "stramien" van tegengenaaide canvas banden (repen) of singels, van meet af aan op een houten raam tegen de wand waren gespijkerd of dat zij genaaid waren op een linnenbespanning op tengels. De heer F. Visser van de Stichting Herstelplaats voor antieke textiel te Haarlem voelt het meest voor de tweede mogelijkheid. Het spijkeren van wandtapijten kwam later in de mode, zij werden dan in de betimmering opgenomen om daarmee één geheel te vormen. De notulen van Gecommitteerde Raden ten tijde van de tweede opknapbeurt vertellen niet over een behandeling van de muren van de Statenzaal maar spreken wel over voorzieningen aan de muren in de Kamer van Gecommitteerde Raden en de vertrekkamer in verband met vocht (champignon!) in het houtwerk (Notulen Gecommitteerde Raden 1783 - 23 december). Het is heel goed moge lijk, ook al wordt dit niet vermeld, dat er bij diezelfde gelegenheid ook voor zieningen werden getroffen aan de muren van de Statenzaal, en dat de inkadering van de tapijten in een houten raamwerk bij diezelfde gelegenheid is gebeurd. Men zou ook kunnen veronderstellen, dat de "inkadering" van de wandtapijten heeft plaats gevonden in 1763, toen de kachel werd geïntroduceerd. Uiteindelijk blijft het ook mogelijk, dat de wandbekleding, zoals die op de tekening is weer gegeven, berust op de fantasie van de tekenaar of op een hem bekende maar niet uitgevoerde ontwerptekening. Wat hiervan zij, een definitief uitsluitsel valt mo menteel niet te geven. Foto: Gemeentebibliotheek, Rotterdam. Afb. 15. Medaillonstoelen uit 1780, thans in de Provinciale Griffie, a. Gewone stoel, b. Armstoel voor de vertegenwoordiger van de Eerste Edele, met wapen van Zeeland, c. Armstoel voor de Stadhouder, met wapen van de Republiek, d. Stoel met wapen van Zeeland, voor de Statenleden. Afb. 16 en 17. Abdij te Middelburg, Zuidzijde van het Abdijplein. De Lussanet de la Sablonière geeft op deze opmetingstekeningen uit 1880, vóór de restauratie van Frederiks gemaakt, het gebruik aan van de verschillende ruimten van dit gedeelte van het gebouwencomplex volgens de inlichtingen van wijlen de heer Kerkmeyer, concierge. Afb. 16 vertoont de begane grond, afb. 17 de verdieping. Afb. 18. De vroegere Kamer van Gecommitteerde Raden. De aankleding van het vertrek vertoont een hoge lambrisering met gotische briefpanelen en een Lodewijk XVI kast voor boeken en documenten. In de muurbekleding werden enkele tapijten ingevoegd; op pagina 58 wordt deze kwestie ter sprake gebracht. Voorts is op de afbeelding een ovale tafel met een fauteuil en acht stoelen te zien, welke, zo op het oog, alle voorzien zijn van het wapen van Zeeland. Afgaande op de vorm van de stoelen behoren zij tot de Lodewijk XVI periode, uit de tijd van de opknapbeurt van 1784 tot 1785. Foto: Rijksdienst Monumentenzorg, Zeist. Afb. 19. Detail van afb. 18. Het is een duidelijke opname van het tapijt, dat links boven de archiefkast hing. Het betreft één van de fragmenten van gobelins ongeveer 1600 uit de "Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst voor de provincie Zeeland" uit 1922, met name "De jacht op de oeros". Foto: Rijksdienst Monumentenzorg, Zeist. Afb. 20. Zuidmuur van het Statengebouw in de Abdij van Middelburg vóór de restauratie door architect J.A. Frederiks. De afbeelding geeft een idee van de staat, waarin de muur vóór de restauratie verkeerde. Niet alleen blijkt hieruit

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1978 | | pagina 129