VERE Fabrieken: Een zoutkeet en een zeepziederij. Waarvan op den 29sten Junij de laatstgemelde fabriek door den Agent is bezigtigd. Handel en scheepvaart: Deze schijnen aanmerkelijk geleden te hebben, daar de stad alle blijken van verval42 en voorbijgegane welvaart draagt. De scheepvaart is, behalven eenige weinige visschers, hier zeer gering, en vergeleken met die van vorige tijden, bijna geheel verlopen; voornamelijk in dien men opmerkt dat men in de 17de eeuw 147 zo oorlogs- als koopvaardijschepen telde, welke aldaar te gelijker tijd op de rheê lagen.43 Dat men alhier onder de publieke gebouwen een magazijn44 vindt, hetwelk zeer fraai gebouwd zijnde, uit twee delen bestaat, die door een antiek rondeel zijn verenigd, en voords twee verwulfde kruid kamers bevat; terwijl deszelfs ruimte het zeer geschikt tot berging van scheeps- en ander krijgstuig maakt. Dat men in de stad voor opgemeld magazijn, omtrend 12 jaren ge leden, eene houte schoeijing aan de kaai heeft vermaakt, door na- mentlijk de balken weg te nemen, en 't plankwerk met zwaluwstaarten saam te voegen; en dat, vermids men er voords de hand niet aan gehouden heeft, dit de oorzaak geweest is, dat gemelde schoeijing nu grotendeels is verrot en de kaai aanmerkelijk afneemt en instort, zo dat men, bij ontstentenis van voorziening in dezen, vreest dat de muren van het magazijn hierdoor in gevaar zullen komen. Dat de voormalige regering had goedgevonden, om eene 's Lands op haalbrug, welke men met geringe kosten had kunnen repareren, af te laten breken en er een draaibrug voor in de plaats te stellen, wier balken te zwak zijnde, dezelve, ondanks eene versterking door de tegenwoordige municipaliteit daaraan toegebragt, echter tot het over voeren van zware lasten onbekwaam blijft. Dat de zeepziederij, gelegen tegen de stadsmuur, aanmerkelijke schade wordt toegebragt, daar de ontvangbak van een harer loogbakken, welke het digtst aan de muur stond, door het inzijperen dier muur zeer bouwvallig, en, niettegenstaande de fabriekeur deze bak meer dan eens met aanzienlijke kosten had gerepareerd, weder met grote gaten vervuld was. Dat men meende, dat de welvaart dezer stad zeer zou kunnen worden bevorderd door het aanleggen van een beurtman op Rotterdam en vice versa; alzo hierdoor eene passage zou kunnen worden tot stand gebragt, om deze stad, welke bijzonder voor de zeevaart geschikt en gelegen is, te doen dienen tot inscheping voor buitenlandsche reizen. 132

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1978 | | pagina 190