meester en dijkgraaf te Kortgene geweest (zie ook Nederl. Patriciaat jrg. 39 (1953), p. 290). 35. Het Journaal schrijft abusievelijk 'Puijk'. Puije is een water ten Zuidoosten van de schorren van Goenje. Over de vereniging van Wolfaartsdijk met Zuid- Beveland in 1809, zie J. van der Baan, Wolfaartsdijk (Goes 1866), p. 110-111. In 1809 werd nl. dit hele gebied ingedijkt onder de naam Lodewijkspolder, na beëindiging van de Inlijving bij Frankrijk herdoopt tot Wilhelminapolder. 36. Hongersdijk is de naam van de schorren, die oostelijk van Wolfaartsdijk waren gelegen. 37. Het archief van de Rekenkamer van Zeeland werd tijdens de Tweede Wereldoorlog voor een deel vernietigd; wat gespaard bleef is thans gedeeltelijk geïnventariseerd. G.F. Sandberg, Inventaris van de archieven van de Reken kamer van Zeeland. Dl. 2. De archieven gedeponeerd bij het archief van de Rekenkamer, 1189-ca. 1825. Rijksarchief in Zeeland (Middelburg 1973). 38. Simon den Hollander was van 1798 tot 1802 gemeentesecretaris van Wol faartsdijk (J. van der Baan, Wolfaartsdijk, p. 383 noot 1). De Oosterlandse polder maakte deel uit van Oud-Wolfaartsdijk. 39. Dit is wel enigszins optimistisch gesteld, als men denkt aan de landing van de Engelsen op Walcheren in 1809. 40. De witte bonen van Walcheren werden vooral naar Spanje uitgevoerd (De l'Espine en Le Long, De Koophandel van Amsterdam, dl. 3 (10de dr. Amster dam enz. 1802), p. 38). Zie ook de volgende alinea. 41. Al sinds de zomer van 1794 was Staats-Vlaanderen in handen van de Franse troepen; formeel werd dit gebied op 16 mei 1795 aan Frankrijk afgestaan (Ver drag van Den Haag, art. 12 lid 1 De Middelburgse graanmarkt heeft vanaf 1795 groot nadeel geleden door de afsnoering van Zeeuws Vlaanderen (Z. Paspoort, Beschrijving van Zeeland enz. (Middelburg 1820), p. 162 en W.S. Unger, De geschiedenis van Middelburg in omtrek (2de dr. Middelburg 1966), p. 66). Een Zeeuws Patriottisch weekblaadje, De Vriend des Volks, dat tijdens de jaren 1795 en 1796 is verschenen en dat te Middelburg werd geredigeerd door de predikanten J.H. van der Palm en J. Teissèdre l'Ange, schreef in nr. 14: "De afstand van Staatsvlaanderen is, wij bekennen het, voor Zeeland een gewigtig verlies, van meer dan twee tonnen gouds aan jaarlijkse inkomsten." Vervolgens veronderstellen de optimistische schrijvers, dat de vrije vaart op de Schelde, als mede de omstandigheid dat Vlissingen tot gemeenschappelijke Frans-Zeeuwse haven was gemaakt, dit verlies ruimschoots zou vergoeden! (Gecit. bij H.P. Abrahams, De pers in Zeeland 1758-1900 ('s-Gravenhage 1912), p. 104). 42. Een typisch achttiende-eeuwse poging om het verval te stuiten werd hier in 1778 gedaan door oprichting van een vlasspinnerij annex spinschool, die slechts enkele jaren heeft bestaan (Van den Eerenbeemt, in E.S.H.J. dl. 38 (1975), p. 244-246). 43. Dit aantal lijkt rijkelijk hoog en is wellicht een verschrijving voor 47; de Tegenwoordige Staat van Zeeland noemt een getal van 48 koopvaardijschepen voor 1648 (T.S.Z. dl. 2, p. 186). 44. Bekend staande als het Arsenaal; dit gebouw werd in 1885 afgebroken. 45. Jan Swerius Halffman (ca. 1743-1818), raad, notaris (van 1762 tot 1811) en procureur-ontvanger te Veere. De (gedrukte) Notulen Dept. Bestuur Zee- 144

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1978 | | pagina 202