4
verdienen. Verder is er een uitgave over de Zeeuwse wandtapijten in
voorbereiding van Mevrouw Drs. E.J. Kalf.
Het is niet de bedoeling uitvoerig op het aspect van de wandversiering
in de Statenzaal in te gaan, hoe belangrijk deze ook is. Het spreekt
vanzelf, dat de geschiedenis van de vergaderruimte in de Abdij slechts
goed behandeld kan worden door de tapijten er bij te betrekken. Er
is echter gestreefd naar een beperking voor wat betreft de uitwerking
van dit onderdeel van de aankleding van de zaal. Zo is bij voorbeeld
niet ingegaan op allerlei kunsthistorische bijzonderheden van de tapij
ten. Belangstellenden voor dit onderwerp worden verwezen naar de
literatuur die op dit gebied verschenen is. De wandversiering zal dus
ter sprake komen in verband met de inrichting van de zaal en de ver
bouwingen die deze in de loop der jaren heeft ondergaan. Hier en
daar is, voor zover ter zake dienende, gebruik gemaakt van de aan
tekeningen die ik maakte uit de nagelaten papieren van Mevrouw Van
Ysselsteyn.
Aan het einde van de 19 de eeuw wordt aan de ruimte een andere be
stemming gegeven door de reeds genoemde restauratie. Dat ogenblik
leek een goede afsluiting. Het ligt in de bedoeling een afzonderlijk
artikel te wijden aan de uitvoering van dit 19de-eeuwse herstelplan
van het Abdijcomplex; hierin zal de draad van de geschiedenis van
deze oude vergaderruimte dan weer opgenomen kunnen worden. In
het beschikbare bronnenmateriaal werden geen tekeningen van de ver
bouwingen aangetroffen. Het is daardoor moeilijk zich een en ander
voor te stellen. Wel kan enig overeenkomstig werk uit dezelfde pe
riode worden afgebeeld, waardoor de lezer zich tenminste enigszins
een beeld zal kunnen vormen van de aard van de versieringen.
Het is een gelukkige omstandigheid dat Ir. H. de Lussanet de la Sa-
blonière, die eerst als architect, later als hoofdarchitect van de Rijks
gebouwendienst de "Rijks"-Abdijgebouwen (dus niet de Abdijkerken
en de Lange Jan) in de jaren 1940 tot 1962 restaureerde, bereid was
zijn medewerking te verlenen aan het tot standkomen van dit artikel.
Zijn bijdrage bestaat met name uit het verschaffen van een aantal plat
tegronden en doorsneden van de vleugel, waarin zich de Statenzaal
eertijds bevond (zie Bouwkundige Tekeningen); de Verklaring van de
bouwkundige tekeningen is eveneens van de hand van de heer De
Lussanet.
De titel van het onderwerp brengt met zich mee dat een toelichting
gegeven moest worden over de functie van de Statenzaal en dit maakte
het nodig iets te zeggen over de Staten zelf. Mr. W. Dirksen te 's-Gra-
venhage, bij uitstek deskundige op dit gebied, is zo vriendelijk geweest
om de paragraaf over "De positie van de Staten van Zeeland" door
te lezen en er definitief vorm aan te geven.
Terwille van de duidelijkheid van de betekenis van bepaalde gegevens