houderloze tijdperken de Eerste Edele of diens vertegenwoordiger geen zitting zal hebben gehad in de Statenvergadering.20 De afgevaardigde van Middelburg had het uitzicht op de Slag bij Bergen-op-Zoom, het grootste tapijt21, waarvoor het eerst de opdracht tot de vervaardiging gegeven werd. Het hangt direct bij de ingang voor wie uit de Kamer voor Gecommitteerde Raden de vergaderruimte binnentrad. Zou het toevallig zijn als wij denken aan de samenstelling van het college in de tijd van de Republiek uit Eerste Edele en zes stemhebbende steden, dat destijds opdracht gegeven werd tot de ver vaardiging van één schoorsteentapijt en zes gobelins22? Wij hebben gezien dat volgens een 18de-eeuws gegeven het tapijt met de afbeelding van de Prins van Oranje (Willem de Zwijger) boven de schoorsteen hing. Wij mogen veronderstellen, dat deze tapisserie van meet af aan die plaats in het zaalinterieur heeft gehad, gezien het eer volle karakter van deze situering; het zou mogelijk zijn dat zij tijdelijk opgeborgen is geweest bij voorbeeld tijdens de twee stadhouderloze tijdperken. Dit wordt weersproken door een vermelding uit 1733, een datum die in het Tweede stadhouderloze tijdperk ligt, toen name lijk het tapijt dezelfde plaats innam als voorheen. Dit zou verklaard kunnen worden door het feit, dat men in de figuur van Willem I met name de grondlegger zag van de nieuwe rechtsorde na de Afzwering. Gegevens hierover ontbreken.23 EEN INGRLJPENDE VERBOUWING VAN DE STATENZAAL IN 1678-167" DE STATENPOORT AAN HET ABDIJPLEIN De verbouwing van de zaal in 1678-1679 In 1671 blijken "meubilen en toestel" van de Statenzaal door ouder dom en anderszins zo slecht te zijn dat niet meer voldaan werd aan de eisen, die er aan gesteld moesten worden in verband met de waar digheid van het Statencollege. Blijkbaar was het lang geleden, dat er verbeteringen aan deze zaal waren aangebracht. De maatregelen waartoe werd besloten waren in grote trekken de volgende: De toe gang tot de zaal van het Abdijplein af werd aanzienlijk verbeterd. Er werd een nieuwe rechte trap gemaakt ter vervanging van de ouder wetse wenteltrap; een rijk versierde poort - in de wandeling sindsdien Statenpoort genoemd - gaf toegang tot deze nieuwe trap. Met deze voorziening ging gepaard dat men de tweede toegang, namelijk de hiervoor al ter sprake gekomen oude wenteltrap aan de westzijde in de hoek van de Statenzaal, amoveerde; dit maakte een nieuwe opgang noodzakelijk naar de Admiraliteit, die aan de westkant van de Staten zaal was gelegen. 18

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1978 | | pagina 36