20 te besteden aan vredelievender zaken. Met Engeland was de oorlog reeds in 1674 beëindigd. Enige maanden na het sluiten van de vrede met Frankrijk namelijk op 22 november 1678 wordt in de vergadering van Gecommitteerde Ra den zeer uitvoerig bekend gemaakt hoe het "approprieren van de Raetcamer" etc. zal gebeuren (bijlage 1). De hele zaak blijkt dan al voor uitvoering gereed te zijn. Uiteraard moet van te voren het nodige overleg hebben plaats gevonden op bouwkundig terrein en moeten de Staten hun goedkeuring aan de plannen hebben gegeven. Hoe is de grootscheepse verbouwing voorbereid? Welk plan is uitgevoerd? Was er in 1671, toen de Staten het besluit tot de verbouwing namen, al een volledig plan gemaakt voor de verbetering van de accommoda tie? Zo ja, is dit plan dan hetzelfde als dat, wat later is uitgevoerd? Het antwoord op deze vragen weten wij niet. In ieder geval is er in 1678 snel gehandeld. In de notulen van 22 november 1678 wordt eerst gesproken over de grote zaal, daarna over andere zaken, tenslotte over de "tegenwoor dige" vergaderplaats van de Statenleden, "sijnde met eenen de Raet- caemer van de heeren Gecommitteerde Raden". De conclusie luidt: in 1678 vergaderde men niet meer in de grote zaal. Wat is de reden geweest, dat men zich toen voor de bijeenkomsten beholpen heeft met het aangrenzende kleinere vertrek van Gecommitteerde Raden? Soms het feit dat in 1671 de verbouwing al een aanvang had genomen, zodat in de grote zaal niet meer vergaderd kon worden? Door de oorlog zou dan de verbouwing zijn gestagneerd. Zo bekeken is er wat voor te zeggen om te veronderstellen dat het plan, dat in 1678 is uitgevoerd dateerde uit 1671 en eerst zeven jaar later is uitgevoerd, al of niet met wijzigingen. 2. Overzicht van wat de verbouwing inhield Om het overzicht te vergemakkelijken worden de diverse onderdelen hieronder afzonderlijk aan de orde gesteld. Speciaal bij dit gedeelte zal de lezer nuttig gebruik kunnen maken van de bouwkundige tekeningen van de heer De Lussanet (tekening I Toestand 1578-1678 en II Idem 1679-1839, met dwarsdoorsneden). a) De Statenzaal Er wordt in de notulen melding gemaakt van de omstandigheid, dat de Statenzaal regelmatig als doorloop fungeerde ten behoeve van de Admiraliteit. Een omstandigheid, die inderdaad moeilijk te rijmen valt met het voorname karakter dat een vergaderplaats voor een be stuur van een souverein gewest moet kenmerken. Door de verbouwing

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1978 | | pagina 38