wilden de Staten aan deze toestand een einde maken, wat begrijpelijk
is. Ook moest de vloer van de vergaderruimte van de Statenleden met
"Pruijssche deelen" belegd worden, in onze ogen een detail, maar in
de stukken apart vermeld.
Over de raampartij in de noordgevel kan het volgende opgemerkt
worden: Blijkens een 17de-eeuwse afbeelding uit de tijd na de ver
bouwing waren er slechts twee lichtopeningen in de zaal aanwezig;
vergeleken met de situatie daarvóór zou dan het meest westelijke
venster zijn dichtgezet en het meest oostelijke dezelfde afmetingen
hebben gekregen als het oorspronkelijk middelste exemplaar. Volgens
Van de Graft24 waren er vanouds een drietal "slagdeurvensters" (die,
naar wij weten, in 1761-1762 in schuiframen veranderd waren, zie
afb. 11). Een aantal van twee hoge smalle ramen in een zaal als deze
lijkt mij echter weinig; er is reden om te veronderstellen, dat de af
beelding uit 1696, die ter sprake kwam25 op dit punt niet juist is.
Wel mag aangenomen worden, dat de lichtopeningen van eenzelfde
grootte waren na de opknapbeurt in de 17de eeuw.
b) Voorzieningen ten behoeve van de Admiraliteit of Zeeraad van
Zeeland
Zoals hiervoor werd opgemerkt moeten wij aannemen, dat de Staten
zaal vóór de verbouwing diende als doorloop ten behoeve van de Ad
miraliteit; hieraan werd nu een eind gemaakt. In verband hiermee
werd besloten (bijlage 1) de bestaande gewone toegang naar het vertrek
van dat college af te breken, evenals het bodehuisje, tekening I, platte
grond J. Van deze zaken is iets terug te vinden in één van de werken
van Jacob Cats, waarop de Abdij is afgebeeld (afb. 1). We onderschei
den hier rechts van de Witte Toren een grote muur, die een afschei
ding vormt voor een deel van het plein voor het gebouw gelegen, en
in die muur twee toegangen, tekening I, plattegrond G. De ene toe
gang is gelegen naast de doorgang naar de Munt, de andere rechts
daarvan. In de noord-west hoek tegen het Statengebouw aan is het zo
juist genoemde bodehuisje te onderscheiden, waarin wij ons een door
gang moeten voorstellen naar de "vertreckkamer", tekening I, platte
grond S. Bij de verbouwing werd deze trap opgegeven. Er komt nu
een nieuwe trap naar de Admiraliteit, tekening II, plattegrond J.
Deze nieuwe trap kwam uit op een bordes, tekening II, plattegrond
J1, vanwaar men de Statenzaal kon ingaan via een deur in de noord
westhoek van deze zaal, of wel men kon daarnaast een trap afgaan
naar de vertrekkamer en verder naar de Admiraliteit. Op dit bordes
gaf tenslotte een trapje ook toegang tot de woning van de Eerste
Edele, tekening II, plattegrond R1. De bestaande vertrekkamer van
de Admiraliteit ging nu als portaal of wachtkamer dienen voor boden
en dienaars, niet alleen voor de Admiraliteit maar ook voor de Staten.
21