constateren, die naar alle waarschijnlijkheid tegelijk met de verbouwing 1678-1679 zijn uitgevoerd. De eerste betreft het afbreken op het plein van de voormuur met de twee poorten, hiervoor genoemd. Op een gravure van het Abdijplein, gedateerd 1644. is deze muur nog te zien, op één uit 1696 niet meer.30 De notulen uit het laatste kwart van de 17de eeuw maken geen melding van bouwkundige activiteiten in deze hoek van het plein. Het ligt dus voor de hand te veronderstellen dat de wijziging dateert uit 1678. Voor de sloop van het bodehuisje geldt hetzelfde. Aange zien bij de plannen uit 1678-1679 het bodehuisje nog ter sprake kwam, moet geconcludeerd worden, dat het bij de uitvoering van de verbou wing die toen plaats vond, opgeofferd is voor de nieuwe opgang naar de Admiraliteit, zoals hiervoor medegedeeld. Nieuw was daarentegen het galerijtje met de zeven kolommen, het zogenaamde Blauwe Beursje, een gebouwtje dat later nog ter sprake zal komen, tekening II, platte grond G. Kunstenaars en ambachtslieden, die bij de verbouwing betrokken waren Met behulp van bewaard gebleven documenten van de Rekenkamer van het voormalige gewest Zeeland kan een vrij volledig beeld wor den gevormd van de gang van zaken bij de verbouwing. De rekeningen geven informatie over het verrichte werk en over het gebruikte mate riaal. Het blijkt dat die personen zijn ingeschakeld, die normaliter be last waren met het onderhoud van het uitgebreide gebouwencomplex van het Hof van Zeeland, te weten 's lants timmerman, 's lants metser, 's lants schilder etc. Ook anderen evenwel binnen en buiten Middel burg droegen tot de verbouwing bij. Wij zullen de belangrijkste per sonen die er bij betrokken waren nu achtereenvolgens de revue laten passeren. Abraham Hildemisse, 's lants timmerman In de periode 1672-1678 wordt Abraham Hildernisse zo nu en dan vermeld in verband met herstelwerkzaamheden aan 's lants woonin gen int hoff".31 In verband met de oorlog bleven de reparaties aan de Abdijgebouwen echter beperkt. Op 3 december 1678 begon Hildernisse te werken aan de Statenzaal.32 Bewaard bleef een rekening van hem met bijzonderheden over zijn arbeid aan de Statenzaal, de vergader plaats van Gecommitteerde Raden, de opgang naar de laatstgenoemde ruimte en de vertrekkamer (bijlage D). De kosten van 254:16:8 Vlaams voor werk en geleverde materialen hebben betrekking op de periode 13 mei - 26 augustus 1679. Aangezien de Raadpensionaris Pieter de Huybert reeds op 18 mei 1679 "de Heeren Staten van Zee- landt met alle respect en submissie salueert in het nieuw apparte- 24

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1978 | | pagina 42