26
band gebracht kunnen worden met de klassieke opbouw van de haard-
partij. Een schoorsteen van een soortgelijk type als welke in de Trèves-
zaal van 1697 in het Haagse Binnenhof nog aangetroffen wordt, zou
dan niet tot de onmogelijkheden behoren. Ter vergelijking: de Trèves-
zaal is een vertrek van de volgende afmetingen: 17 meter bij 8 meter.
Aan onze kennis van de decoratie van de Statenzaal met de beroemde
Zeeuwse wandtapijten wordt een gegeven toegevoegd doordat uit de
rekening blijkt, dat Jacob der Kinderen een door hem naar zijn teke
ning vervaardigde gebeeldhouwde lijst aanbracht boven deze unieke
wandversiering in de zaal.35
Volgens een bijschrift op zijn rekening heeft hij "40 dagen nodig ge
had om alle bestellingen te doen" in verband met het uitvoeren van
zijn aandeel in het werk. Hieruit blijkt nog eens duidelijk de centrale
positie die hij innam in de kring van de personen, ingeschakeld bij de
opknapbeurt van de Statenzaal en bijkomende ruimten in de Abdij
van Middelburg. De vraag kan gesteld wat onder deze "bestellingen"
precies moet worden verstaan. Misschien de aanschaffingen van het
benodigde materiaal en gesprekken met degenen, die een en ander
zouden bijdragen.
Wie was deze Der Kinderen? Daar in 1940 de doop-, trouw- en be-
graafboeken en talloze andere archiefbescheiden van Middelburg ver
loren gingen, is het helaas niet mogelijk langs die weg bijzonderheden
omtrent zijn levensloop te achterhalen. De enige weg om iets over
hem te vinden is dan ook het raadplegen van de oude bronnen van
vóór 1940. Het blijkt dat hij uit Vlaamse ouders is geboren te Middel
burg op 20 september 1649. Hij huwde aldaar op 11 juli 1670 en
overleed in 1683. Hij betaalde op 3 april 1671 zijn entree geld voor
het Sint Lucasgilde.36
Jan van den Ende en Martijnes de Feer, meestersteenhouwers te
Antwerpen
De Antwerpenaren Jan van den Ende en Martijnes de Feer, aan wie
door Hildemisse geld werd uitbetaald, hebben tezamen te Antwerpen
de Statenpoort vervaardigd. Het werkstuk werd per schip naar Mid
delburg gebracht. Zij hebben het steen- en beeldhouwerswerk voor
hun rekening genomen, maar het ontwerp kwam uit Middelburg.
Jacob der Kinderen, beeldsnijder te Middelburg, verschafte hun een
drietal tekeningen. Der Kinderen heeft ook meegeholpen aan de tot
standkoming van het model, dat de steenhouwers gebruikten (bijlage
E). Voor wat dit punt betreft kan dus wel van een Zuid-Nederlandse
inbreng gesproken worden.
Een aantal factoren zullen een rol gespeeld hebben bij de beslissing
om de genoemde steenhouwers bij het werk in te schakelen. Vermoe
delijk het feit dat Antwerpen destijds een goede naam had op het